Oorlogsleed en inquisitie
Maurice de Hond weet veel van zijn recente familiegeschiedenis, maar wil meer ontdekken over zijn Joodse voorouders van voor de Tweede Wereldoorlog. Ook heeft hij gehoord over een Portugese tak, waar hij nieuwsgierig naar is. In deze aflevering van Verborgen verleden komt hij veel oorlogsleed en armoede tegen, maar ook een draaideurcrimineel en een onverwachte woonplaats.
In het oorlogsarchief in Den Haag is historicus Albert Oosthoek op zoek gegaan naar informatie over de ouders en voorouders van opiniepeiler Maurice de Hond. Hij laat hem onder andere een transportlijst zien van 11 september 1942, waarop overgrootvader Isaäc Brander vermeld staat. De lijst heeft betrekking op een van de eerste transporten vanuit Westerbork naar de vernietigingskampen. Overgrootvader Brander is op 82-jarige leeftijd in Auschwitz vergast. Hij wordt samen met meer dan 104.000 andere Nederlandse Joden die de Holocaust niet hebben overleefd herdacht op de site Joods Monument. Hier vind je soms ook foto’s of aanvullende gegevens. Uitgebreide informatie over de Holocaust vind je op deze pagina van NPO Focus.
Marktkooplui
Op het Waterlooplein in Amsterdam laat historicus Rob Snijders Maurice de marktkaart van Isaäc Brander zien, die er in 1929 als 69-jarige nog fruit verkocht. Veel van Maurices voorouders en andere Joden hebben op deze plek als marktkoopman gewerkt. Andere Tijden wijdde naar aanleiding van de dreigende afbraak van het Waterlooplein in 2017 een uitzending aan deze Joodse buurt.
Ook krijgt Maurice het vonnis onder ogen van de arrondissementsrechtbank in Amsterdam waaruit blijkt dat Engelina, een halfzus van overgrootvader Isaäc, toen zij elf jaar oud was veroordeeld werd tot twee weken gevangenisstraf wegens bedelarij. Na het uitzitten van de straf werd zij naar het bedelaarsgesticht de Ommerschans gestuurd. Ook haar zus Catharina bedelde en werd een jaar later veroordeeld.
Voddezoeker
Wie niet in de uitzending aan bod komt, is de grootmoeder van Isaäc Brander: Sara Nathan Bomburg, geboren rond 1789 in Amsterdam. Haar vader Nathan was geboren in Bamberg, in Duitsland, en noemde zich naar zijn beroep: Voddezoeker. Haar moeder was geboren in Mannheim; haar familienaam werd Manheim.
Isaäc zelf heeft de armoede proberen af te wentelen door in 1925 steun aan te vragen om handel te kunnen kopen. Archivaris Harmen Snel van het Amsterdamse Stadsarchief vertelt dat hem dit werd geweigerd. Pas na 1932, toen zijn echtgenote al overleden was en Isaac te oud geworden was om als marktkoopman te werken, ontving hij steun voor zijn levensonderhoud. Hij gaf daar de voorkeur aan boven opgenomen te worden in een oudeliedenhuis.
Dat hij bleek zag was niet zo gek; hij had er net twee jaar cel opzitten
Geldtikker
Isaäcs voorouder Hartog Isaac Brander, geboren rond 1736, kwam een paar maal met justitie in aanraking wegens oplichting en bedrog, zo blijkt uit een dossier uit het archief van de rechtbank van Eerste Aanleg. Hartog was een zogenoemde geldtikker, iemand die deed alsof hij geld wilde wisselen, maar het in plaats daarvan de eigenaar afhandig wist te maken. Hartog werd veroordeeld, en heeft een paar jaar achter de tralies gezeten. Een interessant detail uit de archiefstukken zijn signalement: ca. 1,43 meter lang, bruine ogen, grijs haar, een ronde kin, bruine wenkbrauwen en bleek van kleur. Dat laatste was niet zo gek, want hij had er toen net twee jaar cel opzitten. Voor het opnieuw geldtikken en ontkennen kreeg Hartog vijf jaar cel.
Heb je het vermoeden dat er ook in jouw familiegeschiedenis grote of kleine criminelen voorkomen? Lees onze themapagina met tips over hoe je meer over ze te weten kunt komen.
Pruikenmaker
In het sluiswachtershuisje, nu Café de Sluyswacht, aan de Zwanenburgwal woonde ooit Isaac Nabarro, grootvader van Branca Nabarro, de overgrootmoeder van Maurice. Harmen vertelt Maurice dat Sara Monis, de grootmoeder van Isaac Nabarro, rond 1741 in Amsterdam geboren werd en daar haar hele leven heeft gewoond. De ondertrouwinschrijving van haar ouders vermeldt echter dat haar vader, Salomon Monis, afkomstig was uit Livorno in Italië, en pruikenmaker van beroep was.
In Livorno onthult historicus Nardo Bonomi Braverman dat de voorouders Monis oorspronkelijk uit Venetië afkomstig waren. Het was mogelijk veiliger te zeggen dat ze uit Livorno kwamen, omdat dat een vrije stad was waar Joden niet bang hoefden te zijn voor de Inquisitie. Toch kent ook Venetië een lange Joodse geschiedenis. Al sinds de middeleeuwen wonen hier Joden, wier aantal snel steeg toen het hen in de veertiende eeuw werd toegestaan als kooplui en geldschieters in de stad te werken. In 1492 vond er nog een belangrijke immigratiegolf plaats en vluchtten veel joden uit Spanje en Portugal naar Venetië. Zo ook de voorouders van Maurice. Nardo laat hem een akte zien waaruit blijkt dat zij vanuit Spanje naar Venetië zijn gekomen.