Voorouders van verre op steenworp afstand
In deze aflevering van Verborgen verleden vraagt Olga Zuiderhoek zich onder meer af waar het donkere haar en het zuidelijke voorkomen van verschillende voorouders aan moederskant vandaan komen. Daar krijgt ze een mooi antwoord op.
Stefano Abrahams, een voorouder van Olga Zuiderhoek die zich in de zeventiende eeuw in Amsterdam vestigde, blijkt uit Smyrna (het huidige Izmir) afkomstig te zijn en was zeer waarschijnlijk een Griek. Ook staan er voorouders uit Italië in haar kwartierstaat vermeld. Een voorvader was afkomstig uit Livorno, en de naam Coster (van Olga's oud-moeder Clara Maria) blijkt terug te voeren naar de Italiaanse familie Da Costa. Olga vindt het heel bijzonder dat die families generaties lang in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt hebben gewoond, in de Ridderstraat en de Jonkerstraat, op de Zeedijk. Straten en buurten op een steenworp afstand van waar zijzelf nu woont. Dat ze zich altijd zo prettig en geborgen voelt in Amsterdam zou dus zomaar te maken kunnen hebben met die best diepe, oude Amsterdamse wortels.
Voorouders van verre
Het internationale karakter van de families waaruit Olga is voortgekomen stopt daar nog niet. Er zijn ook voorouders uit dichterbij gelegen verre landen, zoals België en Frankrijk. Pierre Capel, omstreeks 1765 geboren, vader van Olga’s betovergrootvader Philippus Jacobus Capel, was afkomstig uit Gortz in Frankrijk – dit slaat mogelijk op de plaats Gorze in de buurt van Metz. Hij was koperslager van beroep en werd op 23 januari 1798 poorter van Amsterdam. Jean Baptiste Peersegaele, de vader van betovergrootmoeder Maria Goverdina Peersegaele, werd in 1777 geboren in Nazareth, een stadje in Oost-Vlaanderen. Hij trouwde in 1921 in Vlissingen en vertrok naar Amsterdam. In 1881 waren Maria Goverdina Persiegaal (Peersegaele) en Theodorus (Dirk) Takes 35 jaar getrouwd. Vier jaar later overleed Theodorus Takes.
'Doe werk waar je gelukkig van wordt'
Aan het begin van de aflevering memoreert Olga de woorden van haar moeder, die er bijzonder aan hechtte dat je werk doet waarvan je gelukkig wordt. Die les heeft ze zelf zeer ter harte genomen. In haar kwartierstaat zien we een aantal vrouwen die economisch zelfstandiger waren dan in hun tijd gebruikelijk was. Of ze daarvan gelukkig werden of het uit pure noodzaak deden, is een andere kwestie.
Courantenombrengster
Geertruij Stevels, de moeder van betovergrootmoeder Jacoba de Raadt, was in 1832 in Amsterdam courantenombrengster (oftewel krantenbezorgster). Ook betovergrootmoeder Aafke Hebbes was een werkende vrouw. Zij staat in 1844 bij haar tweede huwelijk (nadat ze van haar eerste man was gescheiden) vermeld als schoolhoudster. Beroepen van voorouders zijn vaak terug te lezen op persoonskaarten. Kun je recente gegevens niet via je eigen omgeving achterhalen, dan zijn de persoonskaarten en persoonslijsten die je bij het CBG kunt opvragen een uitkomst. Met deze informatie kun je vervolgens via onze database WieWasWie in de burgerlijke stand gaan zoeken.