Muzikale genen en Tiroolse wortels
Voor het eerst in meer dan vijftig jaar is Cornelis Willem Heuckeroth, beter bekend als Gordon, trots op de achternaam waar hij altijd zo’n hekel aan heeft gehad. In de tweede aflevering van Verborgen verleden zie je waarom.
Zanger en presentator Gordon Heuckeroth is benieuwd naar de eigenschappen die hij deelt met zijn voorouders. Hij wil ook graag weten of er nog meer muzikaliteit in zijn familie zit. Hij meent dat ene Richard Heuckeroth dirigent is geweest van het Concertgebouworkest. “Nou, ik vind dat nogal wat”, zegt Gordon. “Ik vind dat wel chic!”
Overspel
In Floradorp, de wijk in Amsterdam waar hij is opgegroeid, ontmoet hij medewerker van het Stadsarchief Harmen Snel. Deze vertelt hem over de moeilijke omstandigheden waarin de voorouders van zowel vaders- als moederskant hebben geleefd. De vader van Gordons moeder, Hendrik Bunschoten, is twee keer getrouwd geweest. Harmen laat hem het vonnis van de rechtbank zien waaruit blijkt dat zijn opa in 1948 echtscheiding heeft aangevraagd van zijn eerste vrouw wegens overspel. Een maand later trouwde hij met zijn tweede vrouw, Jansje Jacoba Dels. Wat niet in de uitzending is gekomen, is dat ook zij een historie van ‘verdwijnen’ had. In de database van het Stadsarchief Amsterdam kun je twee politierapporten vinden waarin haar naam voorkomt. Op haar persoonskaart staat dat ze in 1956 is ‘vertrokken onbekend waarheen’.
Noodlottig ongeval
Harmen laat Gordon een uitgebreid politieverslag zien (niet beschikbaar op de website) van het noodlottige ongeval waardoor Hendrik Bunschoten om het leven is gekomen. De toedracht staat ook vermeld in Het Parool van 26 januari 1957.
Supermuzikaal
In de Singelkerk in Amsterdam ontmoet Gordon muziekhistoricus Floris Meens, die hem vertelt dat de dirigent van het concertgebouw, Richard Heuckeroth, niet zijn overgrootvader was (zoals Gordon dacht), maar een achterneef van zijn opa. Zij delen een gezamenlijke voorouder, Martin Heuckeroth, die rond 1840 in het korps van de schutterij speelde. Niet alleen dat, ook zijn acht zonen zaten in het korps. Gordons betovergrootvader Philip was de enige die een strijkinstrument bespeelde, de rest waren blazers. Gordon is ontroerd als hij een uitermate lovende recensie ziet van een gezamenlijk optreden van vader Heuckeroth met zijn acht zoons. Het feit dat hij ‘supermuzikale’ voorouders heeft, maakt dat Gordon voor het eerst trots kan zijn op zijn achternaam.
“Ik vind dat nogal wat. Ik vind het wel chic”
Er zit echter nog meer muziek in Gordons familiegeschiedenis. De onderzoekers van het CBG hebben een bijzonder weetje gevonden over een andere voorouder, Felix Christiaan Elsensohn. In de patiëntenregisters van het Amsterdamse Buitengasthuis is een inschrijving van hem te vinden uit 1870: zijn rechterheup was gekneusd omdat hij van een stoep was gevallen. Als beroep wordt ‘straatmuzikant’ vermeld.
Stadsmuzikant en torenwachter
Gordons oudvader Martin Heuckeroth had echter een glansrijkere carrière. Hij is geboren in Eschwege, in Duitsland. Daar hoort Gordon van genealoog Andrea Bentschneider dat Martin een kind was van de stadsmuzikant en torenwachter Jacob Heuckeroth. Dit waren twee belangrijke functies: Jacob moest in geval van gevaar vanaf de Nikolaiturm de inwoners van Eschwege waarschuwen door op zijn trompet te blazen.
Bijzondere ontmoeting
Via Gordons oma Johanna Clasina Margaretha de Groot komen we uit bij de al eerder genoemde familie Elsensohn. Johannes Wilhelmus Elsensohn was getrouwd met Elisabeth Maria Wildanger. In Hägerau in Tirol hoort Gordon dat de vaders van beide voorouders bevriend waren, en tegelijkertijd naar Amsterdam zijn getrokken waar ze met Nederlandse vrouwen zijn getrouwd. De vader van Elisabeth Maria Wildanger, Josephus Antonius, is gedoopt in de prachtige kerk van het Oostenrijkse plaatsje. Daar heeft Gordon een bijzondere ontmoeting: degene die hem het doopvont laat zien én het huis waar zijn voorvader is geboren, is Joseph Wildanger – een verre verwant die nog steeds in het Wildangerhaus woont. Josephus Antonius is later een zeer succesvol koopman geworden in Amsterdam, die veel handel dreef met Nederlands-Indië.
In de Tiroolse zon beseft Gordon dat het belangrijk is te blijven vasthouden aan je eigen weg: “Dat is de enige manier. Want dat hebben mijn voorouders ook gedaan. En dat ga ik ook doen.”