CBG bronnen
voedseldropping.jpg
Gezicht op geallieerde vliegtuigen in de Tweede Wereldoorlog tijdens het afwerpen van voedselpakketten op een terrein bij de Lageweide te Utrecht. 1945. Het Utrechts Archief

Netwerkdag Netwerk Oorlogsbronnen

17 november 2017

Het is voor erfgoedinstellingen anno 2017 misschien wel vanzelfsprekend om ‘digitaal te gaan’, of die wens te hebben. Maar hoe geef je daar uiting aan? Dat was het onderwerp van gesprek tijdens de netwerkdag van het Netwerk Oorlogsbronnen (NOb) die gisteren, donderdag 16 november, werd gehouden in de Tolhuistuin aan het IJ in Amsterdam. Het CBG is één van de bijna zestig organisaties die deelneemt aan dit netwerk. CBG-informatiespecialist Martijn Spruit was aanwezig bij de netwerkdag en brengt verslag uit.

Door Martijn Spruit

Waar zou je aan moeten denken bij het digitaliseren van (WO2-)collecties? Voor wie en op welke manier wil je als instelling aanwezig zijn op het web? Hoe wijzigt dat de bestaande structuur van je organisatie? Kijk je in de digitale collectieontsluiting voorbij de grenzen en wensen van je eigen instelling om een groter publiek te kunnen bereiken? En welke verrijkingen kunnen er voortkomen uit het digitaal delen van erfgoedcollecties? Die vragen bepaalden samen het thema ‘Digitaal? #HoeDan’ voor de Netwerkdag Oorlogsbronnen 2017.

De fundamenten voor het Netwerk Oorlogsbronnen (NOb) waren vorig jaar onderwerp van gesprek. Dit jaar gebruikte Puck Huitsing, programmadirecteur van het Netwerk, de beeldspraak van het metselen van de muren van het gezamenlijke huis. Zij benadrukte in haar inleiding tijdens de netwerkdag dat het NOb niet zelf archiefmateriaal gaat scannen, maar dat zij de verbinding willen vormen tussen de verschillende deelnemers bestaande uit archieven, musea,  onderzoeksinstellingen zoals universiteiten, en een grote hoeveelheid gemeentes.

In het Netwerk Oorlogsbronnen werken instellingen samen om versnipperde collecties over de Tweede Wereldoorlog beter vindbaar te maken. Bekijk de video voor een introductie.

Terugblik

Edwin Klijn, programmamanager bij het NOb blikte in zijn verhaal terug op het afgelopen jaar, en keek alvast vooruit naar de toekomst. Nu is het van belang bronnen te ontsluiten via het principe Wie Wat Waar, en te proberen de individuele kennis van mensen om te zetten in digitale data. Klijn wil dat onder meer gaan bereiken door het vullen van een thesaurus, waardoor er op de website associatief door de collecties kan worden gebladerd. De bedoeling is van een Web van Documenten (losse scans die via links naar elkaar verwijzen) te komen tot een Web van Data (het zogenaamde Semantische Web, waar inhoudelijke verbanden zijn aangebracht). De in opbouw zijnde, nieuwe website van het Netwerk krijgt ook thematische ingangen. Zo komt er binnenkort een speciaal thema over het Verzet. Er zijn ook testen gedaan met het digitaliseren en beschikbaar stellen van 25.000 kaartjes uit Kamp Vught met behulp van een grote groep vrijwilligers (crowdsourcing). Uiteraard, zo sloot Klijn af, is het NOb altijd op zoek naar meer data.

Edwin Klijn, programmamanager  Netwerk Oorlogsbronnen

Edwin Klijn, programmamanager Netwerk Oorlogsbronnen

Virtuele cultuurbezoeker

De volgende presentatie werd gehouden door Jos de Haan, onderzoeker bij het Sociaal Cultureel Planbureau en hoogleraar Nieuwe Media aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij leidde de aanwezigen binnen in het domein van de “Virtuele Cultuurbezoeker”. Hij vroeg zich hardop af wie er online op zoek gaat naar erfgoed in de breedste zin, en liet aan de hand van een berg statistische gegevens zien hoe het is gesteld met de digitale vaardigheden in Nederland.

Jos de Haan, onderzoeker bij het Sociaal Cultureel Planbureau en hoogleraar Nieuwe Media aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam

Jos de Haan, onderzoeker bij het Sociaal Cultureel Planbureau en hoogleraar Nieuwe Media aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam

Digitalisering: het proces

Na de pauze volgde enkele parallelsessies, waarbij traject I ging over het proces van digitaliseren van allerlei materiaal. Cécile van der Harten (Rijksmuseum) sprak over digitalisering bij het Rijksmuseum. Zij vertelde dat slechts één procent van de collectie in het gebouw aan het publiek wordt getoond. Met die reden heeft de directie van het museum besloten de overige stukken digitaal op de website aan te bieden. Er is dan ook voor gekozen alles opnieuw te fotograferen volgens dezelfde standaard. Dit project is gestart tijdens de verbouwing van het museum en zou volgens planning omstreeks 2021 worden afgerond.

Cécile van der Harten, Rijksmuseum

Cécile van der Harten, Rijksmuseum

Hoe gaat dat digitaliseren in zijn werk? Het prentenkabinet omvat zo’n 700.000 afbeeldingen. De objecten – denk aan kasten, servies, kleding en uiteraard alle schilderijen – worden allemaal vanuit meerdere posities gefotografeerd. De kennis die wordt opgedaan tijdens het digitaliseren probeert het museum zo veel mogelijk te delen. Zo heeft het project inmiddels ook een Engelstalig handboek voor digitalisering opgeleverd dat veel in het buitenland wordt gebruikt.

Digitalisering: de praktijk

Na Van der Harten was het de beurt aan Marian Hellema, ICT & Erfgoedspecialist, om dieper in te gaan op de praktische kant van digitalisering: waar moet je aan denken als (archief-)instelling, en waar kan je tegenaan lopen? Eenmaal digitaal is het tegenwoordig ook al mogelijk door de computer teksten te laten lezen en te laten coderen met labels of geografische verwijzingen. Hierna sprak Olaf Janssen, Wikipediaspecialist bij de Koninklijke Bibliotheek, over het nut van het schenken van (een deel van) de collectie aan Wikipedia. Janssen legde uit dat de collectie dan opeens veel breder gedeeld kan worden. Hij liet voorbeelden van Wikipedia-artikelen zien van over de gehele wereld om aan te tonen hoe breed de KB-collectie inmiddels wordt gebruikt.

Beeldbank Nederlands-Indië

Tom Hoffman, acteur en fotograaf

Tom Hoffman, acteur en fotograaf

In de plenaire slotsessie sprak acteur en fotograaf Tom Hoffman over beeldmateriaal uit Nederlands-Indië. Hoffman lanceerde in 2015 als Cultural Professor aan de Technische Universiteit Delft het initiatief een Beeldbank Nederlands-Indië (BBNI) te bouwen. Zijn project voor een beeldbank en themawebsite over deze voormalige kolonie komt voort uit een serie colleges die hij heeft gegeven aan de TU Delft. Primaire doelstelling van de BBNI is het vergroten van de kennis over ons koloniale verleden. Dat gebeurt via beeldmateriaal dat zich bij erfgoedinstellingen verspreid over het land bevindt. De BBNI verbindt de Indische fotocollecties op een vernieuwende en dynamische manier, om geschiedenis ook voor een jongere generatie levend te maken. Hij hoopt vooral via het beeld (eigenlijk de beelden van een aantal collecties) nieuwe verbanden en inzichten te genereren, en de interesse aan de Gordel van Smaragd levend te houden.

Puck Huitsing sloot uiteindelijk de middag af en sprak de hoop uit dat er volgend jaar weer veel nieuws was toegevoegd aan het Netwerk.