CBG bronnen
Maand van de Geschiedenis

Verslag De Maand InZicht

23 maart 2018

De Maand van de Geschiedenis is het grootste geschiedenisevenement van Nederland barstensvol historische activiteiten in oktober. Om erfgoedinstellingen te inspireren tot een bijzondere programmering organiseerde de Maand van de Geschiedenis op 22 maart de landelijke netwerkdag De Maand InZicht voor deelnemende organisatie en partners. Ruim tweehonderd erfgoedprofessionals kwamen die dag samen in de Gelderlandfabriek om inspiratie op te doen voor een opstandig leuk programma.

Tekst: Vera Weterings

Netwerkdag

Op een bijzondere locatie, de Gelderlandfabriek, werd donderdag 22 maart de netwerkdag van de Maand van de Geschiedenis ‘De Maand InZicht’ georganiseerd. In deze voormalige locomotiefloods en meubelfabriek werden de gasten ontvangen. Onder hen bevonden zich allerlei specialisten uit de archiefwereld, maar ook uit de museale sector en specialisten uit verschillende stichtingen. Die dag stond een inspirerend programma rondom het thema Opstand op de agenda. In de ochtend gaf essayist Nelleke Noordervliet het publiek de primeur van haar essay voor de Maand Door met de strijd. Nederland en opstand. Ook gaven diverse collectiespecialisten een inkijkje in hun objectkeuze binnen het thema Opstand. ’s Middags werd uitgebreid ingegaan op het bereiken van een jonger publiek en werd de dag afgesloten met een panelgesprek over protesthistorie. Hieronder een uitgebreid verslag.

Opening

Ellen Snoep, projectmanager Maand van de Geschiedenis

Ellen Snoep, projectmanager Maand van de Geschiedenis

De dag werd geopend door Ellen Snoep, dagvoorzitter en projectmanager van de Maand van de Geschiedenis. De Maand van de Geschiedenis is het grootste geschiedenisevenement van Nederland. Het Nederlands Openluchtmuseum is hoofdorganisator van de Maand van de Geschiedenis en werkt met ruim veertig culturele, toeristische en mediapartners samen om de Maand tot een succes te maken. In 2017 deden ruim duizend culturele instellingen en zo’n 35 partnerorganisaties mee aan de Maand van de Geschiedenis. Samen organiseerden zij in oktober maar liefst 800 activiteiten binnen het thema Geluk. Na het zoet van vorig jaar met het thema Geluk keert de Maand van de Geschiedenis dit jaar terug naar tijden van oproer en verzet. In 2018 staat namelijk het thema Opstand in de schijnwerpers. Een thema vol energie en gelaagdheid, dat op diverse manieren kan worden geïnterpreteerd. Van Spartacus tot de Beeldenstorm en van de vergissing van Troelstra tot het verboden Catalaanse referendum. Ook Willem Bijleveld, algemeen directeur van het Nederlands Openluchtmuseum, ging in op het thema Opstand. Volgens Bijleveld is Opstand namelijk een mooi thema om de geschiedenis te gebruiken om te reflecteren op het heden. Om dit te verduidelijken haalde hij de column Vermoorde onschuld van NRC-columnist Bas Heijne aan die in zijn stuk een verwijzing maakt naar het essay Over nut en nadeel van geschiedenis voor het leven van Friedrich Nietzsche. In dit essay onderschrijft Nietzsche drie manieren van geschiedenis bedrijven: je vereert het verleden, je verzamelt het verleden, of je bekritiseert het verleden.

Willem Bijleveld, algemeen directeur van het Nederlands Openluchtmuseum.

Willem Bijleveld, algemeen directeur van het Nederlands Openluchtmuseum.

Hoorspel

Na deze woorden was het tijd voor een muzikaal hoorspel waarin Camerata Trajectina en Hans Goedkoop op originele wijze de Tachtigjarige Oorlog bezongen: over het wel en wee van de geuzen tot het bespotten van Alva. Het was een voorproefje van het hoorspel Vive le Geus! dat in de Maand van de Geschiedenis door het hele land zal rondtrekken met het verhaal over de vele aspecten van de Opstand: over opstand en oorlog, over chaos en onderlinge verdeeldheid, over intrige en wreedheid, maar vooral ook over de kracht van muziek in donkere tijden.

Hans Goedkoop en Camerata Trajectina.

Hans Goedkoop en Camerata Trajectina.

Nelleke Noordervliet

Na dit muzikale intermezzo was het tijd voor Nelleke Noordervliet die het publiek vertelde hoe ze als essayist van de Maand van de Geschiedenis het thema Opstand heeft aangepakt voor haar essay Door met de strijd. Nederland en opstand.

Nelleke Noordervliet, essayist van de Maand van de Geschiedenis

Nelleke Noordervliet, essayist van de Maand van de Geschiedenis

Voor haar essay ging Noordervliet terug naar haar eerste ervaring met het thema Opstand; dat was toen ze als negentienjarige werd gegrepen door De mens in opstand van de Franse filosoof Albert Camus. Voor haar essay zoekt ze het echter dichter bij huis en kijkt ze naar Nederland als opstandig land én als machthebber tegen wie men in opstand kan komen. Noordervliet: “Geschiedenis is een hoer. Je kunt altijd gebruik en misbruik van haar maken.” Uit haar woorden komt steeds nadrukkelijk naar voren dat de actualiteit van het verleden en de historiciteit van het heden van groot belang zijn: het verleden heeft invloed op het heden en biedt kansen die ons helpen bij de discussie: hoe ver mag geweld gaan?“

"Als je niet weet waar je wortelt in het verleden, weet je ook niet waar je staat in het heden.”
Het essay van de Maand van de Geschiedenis 'Door met de strijd. Nederland en opstand' van Nelleke Noordervliet.

Het essay van de Maand van de Geschiedenis 'Door met de strijd. Nederland en opstand' van Nelleke Noordervliet.

Opstand in de collectie

Na een korte pauze was het tijd voor de parallelsessies. Zo was er een panelgesprek over anti-Nederlands verzet in Indonesië, Curaçao en België tussen historicus Karwan Fatah-Black en journalist Piet Hagen onder leiding van historicus Guido van Hengel. In een andere sessie gaven Studio Hands, de vormgevers van de Maand, en Driebit, de websitebouwers van de Maand, praktische handvaten bij het branden van je evenement tijdens de Maand. Zelf koos ik voor het panelgesprek over Opstand in de collectie. Tijdens deze sessie gingen Jacco Hooikamer van het Nederlands Openluchtmuseum, Huub Sanders van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) en Paul Brood van het Nationaal Archief onder leiding van Annemarie Lavèn, hoofdredacteur van het Historisch Nieuwsblad, met elkaar in gesprek over het zoeken naar het thema Opstand in de collectie.

v.l.nl.r. Annemarie Lavèn (Historisch Nieuwsblad), Jacco Hooikamer (Nederlands Openluchtmuseum), Huub Sanders (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) en Paul Brood (Nationaal Archief).

v.l.nl.r. Annemarie Lavèn (Historisch Nieuwsblad), Jacco Hooikamer (Nederlands Openluchtmuseum), Huub Sanders (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) en Paul Brood (Nationaal Archief).

Het Openluchtmuseum heeft vooruitlopend op de Maand alvast vijftien stukken uit de collectie geselecteerd binnen het thema Opstand. Een paar daarvan werden uitgelicht, zoals een foto uit februari 1987 waarop het personeel van het Openluchtmuseum op het Binnenhof in Den Haag aan het demonstreren is tegen de door minister Elco Brinkman voorgenomen sluiting van het museum. De demonstratie zorgde ervoor dat niet alleen medewerkers in opstand kwamen, maar ook bezoekers, politici, collega's van andere musea en zelfs buitenlanders. Dankzij de demonstraties ontvangt het museum toch subsidie van de overheid en weet het met een flinke reorganisatie het hoofd boven water te houden. Een ander object uit de collectie van het Openluchtmuseum gaat in op het onderwerp reformkleding. Het gaat om een donkerroze rok, met zwart gestreept satijn en brede zwarte veters die speciaal was gemaakt voor een zwangere vrouw. Deze rok is afkomstig uit de periode van de reformbeweging, een beweging die zich rond de vorige eeuwwisseling verzette tegen de heersende mode van haar tijd en de vrouw probeerde te 'bevrijden' uit het korset door soepeler vallende, 'gezondere' kleding te propageren. Een ander object was een affiche met daarop de tien voordelen van de 5-urige werkdag uit 1978. In dat jaar bestond de feministische actiegroep Man Vrouw Maatschappij tien jaar en voerde de groep een actie voor de 5-urige werkdag. De leden van de MVM hoopten met dit verzet tegen lange werkdagen een eerlijkere verdeling van arbeid en zorg tussen man en vrouw te bewerkstelligen.

Foto demonstratie medewerkers Nederlands Openluchtmuseum op het Binnenhof in Den Haag, februari 1987. Collectie: Nederlands Openluchtmuseum

Foto van de demonstratie waarbij medewerkers van het Nederlands Openluchtmuseum op het Binnenhof in Den Haag demonstreren tegen de door minister Elco Brinkman voorgenomen sluiting van het museum, februari 1987. Collectie: Nederlands Openluchtmuseum

Na Hooikamer was het de beurt aan Sanders om een aantal objecten toe te lichten waardoor duidelijk werd hoe het thema Opstand door de geschiedenis vaak kan worden teruggevonden. Zo haalde Sanders uit zijn tas een kassei, die in mei 1968 is opgeraapt van de straat in Parijs. Betogers gooiden met zulke stenen tijdens de studentenprotesten die toen de straten beheersten. Ook had hij een kogel mee die was afgevuurd op het Plein van de Hemelse Vrede in de lente van 1989. Verder toonde hij affiches uit de Spaanse Burgeroorlog en de jaren ’60. De affiches uit deze laatste periode tonen hoe grafici als activisten met simpele beeldende affiches protesteerden.

Huub Sanders (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) met kassei uit mei 1968

Huub Sanders (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) met kassei uit mei 1968.

Tot slot was het tijd voor Paul Brood van het Nationaal Archief, hij had slechts één stuk uit de collectie uitgekozen, omdat hij daar door de stem van het publiek niet meer omheen kon: het Plakkaat van Verlatinghe. Het Plakkaat werd tijdens de live-uitzending van Het pronkstuk an Nederland afgelopen januari door het publiek gekozen als hét pronkstuk van Nederland. Het plakkaat liet met 43% van de stemmen de andere finalisten ver achter zich. De microscoop van Antoni van Leeuwenhoek uit de collectie van Rijksmuseum Boerhaave kreeg 34% van de stemmen en Rembrandts Nachtwacht uit het Rijksmuseum 23%. Het Plakkaat van Verlatinge uit 1581 is de officiële beslissing van de Nederlandse Staten-Generaal om afstand te nemen van de Spaanse vorst Filips II en hem niet langer als heer der Nederlanden te erkennen.  Het is een iconisch document dat zowel nationaal als internationaal eeuwenlang als inspiratiebron heeft gediend. Zo zijn er duidelijke inhoudelijke parallellen te vinden tussen de tekst van het Plakkaat en de Amerikaanse Declaration of Independence uit 1776. Dat het een bijzonder document is, staat buiten kijf, maar hoe heeft het kunnen winnen van Rembrandts Nachtwacht? Dat heeft volgens Brood vooral te maken door de effectieve campagne die het Nationaal Archief op social media heeft gevoerd. Hij raadt dan ook iedereen aan om social media in te zetten om de collectie beter onder de aandacht te brengen.

Paul Brood (Nationaal Archief)

Paul Brood (Nationaal Archief)

Stuk van het Jaar

Na afloop van het panelgesprek vertelde Jan van der Meer (Rabobank Bedrijfshistorie) van de Stuk van het Jaar projectgroep over het tweejaarlijkse online publieksevenement van de Nederlandse archieven. Tijdens Stuk van het Jaar presenteren alle deelnemende archieven gedurende de maand oktober hun archiefstuk op www.stukvanhetjaar.nl. Het publiek bepaalt door middel van stemmen hét Stuk van het Jaar. In 2016 waren er zo’n 48 archieven die meededen aan de verkiezing en gezamenlijk zijn toen maar liefst 29.954 stemmen uitgebracht. Dit jaar is het in oktober weer tijd voor de verkiezing, maar archieven kunnen volgens Van der Meer natuurlijk altijd eerder beginnen met een voorverkiezing om alvast de aandacht op hun collectie te vestigen. Daarbij is het bij het selecteren van archiefstukken niet zo zeer belangrijk dat het stuk er fraai uitziet, maar gaat het vooral om het verhaal erachter.

v.l.nl.r. Annemarie Lavèn (Historisch Nieuwsblad), Jan van der Meer (Rabobank Bedrijfshistorie), Jacco Hooikamer (Nederlands Openluchtmuseum), Huub Sanders (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) en Paul Brood (Nationaal Archief).

v.l.nl.r. Annemarie Lavèn (Historisch Nieuwsblad), Jan van der Meer (Rabobank Bedrijfshistorie), Jacco Hooikamer (Nederlands Openluchtmuseum), Huub Sanders (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) en Paul Brood (Nationaal Archief).

Hoe bereik je een jonger publiek?

In de middagsessie werden weer verschillende parallelsessies georganiseerd. Zo werd de brand-sessie herhaald en was er ook een sessie met aandacht voor de NTR-televisieserie over de Tachtigjarige Oorlog. Ik koos voor de sessie waarin Padmini Kruitwagen, communicatiemanager van de Maand van de Geschiedenis, haar tips deelde over hoe je een jonger publiek kunt bereiken. Ze startte haar verhaal met een quote van Aaron Hurst.

“Our new economic era is driven by connecting people to their purpose”

Als je naar de economie kijkt zijn we inmiddels vanuit een beleveniseconomie getransformeerd naar een betekeniseconomie. Dat heeft impact op hoe jongeren vormgeven aan hun leven en dat heeft effect op hoe je deze groep het effectiefste kan bereiken. Zo gaat het niet meer zozeer om het raken van mensen, maar om mensen te bezielen. Je ziet dan ook steeds meer bedrijven hierop inspelen door zich niet te richten op het verkopen van een product, maar op relevantie. Met name de jongere generatie is continu bezig met het zoeken naar manieren om het leven zin te geven, dat heeft echter ook een keerzijde; veel jongeren krijgen hierdoor een burn-out. De betekeniseconomie wordt dan ook wel de prestatiemaatschappij genoemd waarbij Millenials echt een product zijn van de maatschappij. Het zijn jongvolwassenen geboren tussen 1984 en 2000, op dit moment zo’n drie miljoen van de Nederlanders. In de media worden Millenials vooral weggezet als zelfredzaam, open-minded, competitief, avontuurlijk en lui waarbij waarden als zingeving, vooruitgang, vrijheid en entertainment belangrijk zijn. Ondanks de term Millenials voor de groep jongvolwassenen stelt Kruitwagen wel voorop dat we ook continu in ons achterhoofd moeten houden dat mensen niet in een hokje zijn te plaatsen, dé Millennial bestaat niet. Toch geeft een kader beter inzicht in de keuzes die bepaalde groepen maken waar je als organisatie weer je voordeel mee kunt doen.

Padmini Kruitwagen, communicatiemanager Maand van de Geschiedenis

Padmini Kruitwagen, communicatiemanager Maand van de Geschiedenis

De Maand van de Geschiedenis heeft daarom samen met onderzoeksbureau Motivaction International B.V. aan de hand van verschillende leefmilieus drie persona’s ontwikkeld voor de Maand van de Geschiedenis : de scherpzinnige verdiepingszoeker Jan Willem, de impulsieve amuseerder Miranda en de sensitieve allesproever Chris. Elk persoon heeft bepaalde interesses en maakt zijn keuzes vanuit andere drijfveren. Zo is Jan Willem erg geïnteresseerd in de historische context, bekende historische sprekers, wetenschappers en politici en houdt hij van een rustig programma waar men de tijd voor kan nemen. Miranda houdt van een totaalbeleving waarbij het onderwerp groots, spectaculair of spannend moet zijn, zij is erg lokaal georiënteerd en vindt prijs en bereikbaarheid belangrijk. Tot slot vindt Chris het relevant en interessant maken van geschiedenis belangrijk en houdt van unieke of bijzondere evenementen die op een onontdekt plekje plaatsvinden. Volgens Kruitwagen kan het persona Chris dan ook het beste worden ingezet bij het bereiken van het jongere publiek, de Millenials.

Het werken met zo’n persona kan kleur geven aan je programma en er ook voor zorgen dat je als organisatie beter inzicht krijgt in hoe iemand naar de wereld kijkt en zijn of haar keuzes maakt. Dat inzicht kan helpen bij het creëren van een merkidentiteit en focus voor de organisatie. Wil je jongeren bereiken dan kun je je het beste richten op Chris, maar wie is dat eigenlijk? Volgens Kruitwagen is Chris vergelijkbaar met het Museumnacht-publiek. Chris is een open en kritische wereldburger die postmoderne waarden als ontplooien en beleven nastreeft. Chris is nieuwsgierig naar de ander, breed in cultuur geïnteresseerd en heeft ook interesse in de actualiteit. Chris streeft naar zingeving, geluk en zelfontplooiing, oftewel Chris heeft een lerende leefstijl. Merken met een onderscheidende betekenis raken Chris dan ook eerder. Daarbij vindt Chris het niet zozeer interessant wat je als organisatie allemaal doet, maar vooral wat je overtuiging is, waarom doe je wat je doet? Zo verbindt Chris zich eerder aan gedachtegoed dan een eindproduct, oftewel betekenisvolle merken die niet alleen het product, maar het hele proces in kaart brengen. Chris wil zich namelijk onderdeel voelen van iets grote

Padmini Kruitwagen, communicatiemanager Maand van de Geschiedenis

Padmini Kruitwagen, communicatiemanager Maand van de Geschiedenis

Bij de Maand van de Geschiedenis is de afgelopen jaren geprobeerd verjonging aan te brengen in het programma om beter aan te sluiten op de wensen van persona Chris. Zo is de inhoud relevanter gemaakt en sluit dit meer aan op actuele thema’s. Zo paste Geluk binnen de toenmalige beleveniseconomie, ook wel het emotionele tijdperk genoemd waarin esthetische behoefte en emotie voorop stonden. Ook heeft de Maand er het afgelopen jaar van alles aan gedaan om Chris te laten participeren, zo is een Metro-columnwedstrijd opgesteld en wordt een podium geboden op de website van de Maand waar Jonge Historici zichzelf kunnen aanbieden voor lezingen en discussiegesprekken. Ook zet de Maand al een paar jaar zogenoemde Reizende Reporters in. Dit team bestaat uit jonge historici, fotografen en een filmer die in woord en beeld verslag uitbrengen van de diverse activiteiten in het land.

Maar hoe pak je dat als erfgoedinstelling aan? Welke ingrediënten heb je nodig voor een Chris-proof programma? Volgens Kruitwagen zijn er een paar aspecten die je goed kunt gebruiken. Zo werken persoonlijke verhalen goed, net als spraakmakende sprekers en een programmering die aansluit op de actualiteit. Ook helpt het als het programma niet altijd heel serieus is, maar vooral ook leuk en sociaal en het liefste interactief. Chris houdt immers niet van een programma waar alleen gezonden wordt, maar wil zelf ook dingen ervaren. Tot slot kan het helpen om een opvallende en verrassende vorm te gebruiken en Chris-instellingen in de programmering te betrekken. Zoek bijvoorbeeld de samenwerking met een poppodium op.

Met alleen een leuk programma ben je er echter niet, je moet van te voren zorgen dat Chris op de hoogte is van je activiteit. Daarbij is een duidelijke, esthetische én beeldende communicatie essentieel.  Ook is het belangrijk de boodschap via de juiste kanalen te verspreiden, met andere woorden; de kanalen waar Chris op te vinden is, zoals vlogs, blogs of andere jongere platforms. Kruitwagen sluit af met de wijze woorden om echt te blijven. Ook al probeer je een jonger publiek te bereiken, communiceer volwassen en niet te kinderachtig, dat zorgt alleen voor ergernis en je wordt niet serieus genomen.

Panelgesprek Opstand

v.l.n.r. Annemarie Lavèn, Marchien den Hertog, Luc Panhuysen en Eva Rovers

v.l.n.r. Annemarie Lavèn, Marchien den Hertog, Luc Panhuysen en Eva Rovers

De dag werd afgesloten met een panelgesprek over protesthistorie met historicus Luc Panhuysen, historica en journaliste Marchien den Hertog en kunsthistorica Eva Rovers onder leiding van Annemarie Lavèn, hoofdredacteur van het Historisch Nieuwsblad. Zij gingen in op de invloed van de kleine en grote opstanden, protesten en rellen door de eeuwen heen op de ontwikkeling van Nederland. Zo wezen ze er bijvoorbeeld op dat ons volkslied, het Wilhelmus, eigenlijk een protestlied is en dat opstandigheid als het ware in het Nederlandse bloed zit. Ook haalde Rovers het essay De mens in opstand van de Franse filosoof Albert Camus aan, dat eerder die dag ook al door Noordervliet werd onderschreven. Volgens Rovers probeert Camus mensen wakker te schudden en ervoor te zorgen dat men zich ontworstelt aan de dogma’s van een ideologie. Bovendien pleit hij voor het geweldloze verzet dat niet altijd aanwezig is geweest in onze vaderlandse geschiedenis. Een bloederig voorbeeld is de opstand van het kaas- en broodvolk in 1392 waar met wrede hand tegen de landsheer werd ingegaan: boeren die honger hadden en belasting aan de landheer moesten betalen kwamen in opstand. Ze trokken naar het stadhuis en vermoordden schout en rentmeester Claes van Ruyven, stopten zijn hoofd in een mand en leverden die af bij zijn weduwe met het rijmpje:

“O vrouwken van Ruyven, Aen deze boutkens zuldij kluyven.”

Dit geweld is de laatste decennia in Nederland grotendeels afwezig. Humor wordt sinds de PROVO-tijd een effectief middel bij het protesteren. Daarbij haalt Rovers aan dat humor niet moet worden gezien als een nieuwe manier van opstand, maar een middel om het te bereiken; een tactiek in een grotere strategie.

Luc Panhusen doet momenteel onderzoek naar ooggetuigen uit de Tachtigjarige oorlog en wijst erop dat het belang bij elke opstand is dat er iemand is die alles bij elkaar houdt tijdens de periode van wanorde. Tijdens de Nederlandse Opstand weet Willem van Oranje een soort eenduidigheid te creëren. Den Hertog sluit zich hierbij aan. Tijdens de Arabische Lente werden gebruikelijke organisaties links gelegd en kwamen de organisaties zonder leider op. Dit zorgt echter maar voor succes op de korte termijn. Leiderloze organisaties liepen al snel vast in het proces en richten zich niet zozeer op een gezamenlijk doel, waardoor het doel vaak uit het oog wordt verloren.


In mei verschijnt het boek 'Practivisme. Een handboek voor heimelijke rebellen' van Eva Rovers bij uitgeverij Prometheus.

In mei verschijnt het boek 'Practivisme. Een handboek voor heimelijke rebellen' van Eva Rovers bij uitgeverij Prometheus.

Hierna ging Rovers nog kort in op haar nieuwe boek Practivisme. Een handboek voor heimelijke rebellen dat in mei bij uitgeverij Prometheus verschijnt. In dit boek gaat ze in acht hoofdstukken de strijd aan met de verlammende machteloosheid en geeft ze acht adviezen om de rebel in jezelf te vinden. Hiervoor is ze te rade gegaan bij filosofen, opstandige bejaarden, smartphone-demonstranten en vele anderen. Ze geeft praktische adviezen zoals het maken van een plan. Zoals bij de Arabische Lente al werd aangehaald, is een spontane opstand een mooie manier om een boodschap uit te dragen, maar heeft een georganiseerde opstand uiteindelijk de langste adem en weet deze verandering te veroorzaken. Haar advies: “stel een duidelijk doel, zet een strategie op, vind manieren om groepen te beïnvloedden, val op, gebruik humor en durf te doen.” Dat vond ik mooie woorden om deze inspirerende dag mee af te sluiten, genoeg food for thought voor een onvergetelijke Maand.

'Inspiratieboekje 2018' en 'Handboek Hoe je in een maand geschiedenis maakt' van de Maand van de Geschiedenis

'Inspiratieboekje 2018' en 'Handboek Hoe je in een maand geschiedenis maakt' van de Maand van de Geschiedenis