Van alles wat ...
Hans Kesting groeide op als jongste kind in een gewoon Rotterdams arbeidersgezin. Zijn ouders benadrukten vooral dat het belangrijk was om je best te doen op school. Over emoties of gevoel werd weinig gepraat. Ook zijn er geen echte familieverhalen doorgegeven.
De kennis van acteur en presentator Hans Kesting gaat niet verder terug dan zijn beide opa’s en oma’s. Het is dus niet zo vreemd dat hij in deze aflevering van Verborgen verleden graag alles wil weten van zijn voorouders: waar kwamen ze vandaan, hoe zijn ze in Rotterdam gekomen, wat voor mensen waren het en wat voor werk deden ze?
Rotterdamse doorzetters
Adriana Jacoba Lagrand was de lievelingsoma van Hans: een sterke vrouw, die gescheiden leefde van haar man en zelfstandig twee kinderen opvoedde. Het was geen makkelijke tante, maar wel een heel leuk iemand met gevoel voor humor en een enorme doorzetter.
Haar moeder Janna Catharina van Hattem bleek uit hetzelfde hout gesneden, en zelfs nog een tikkeltje eigenzinniger. Waar Adriana Jacoba nooit officieel van haar echtgenoot scheidde (ze leefden ‘slechts’ gescheiden van tafel en bed), werden alle drie de huwelijken van Janna Catharina van Hattem wel door echtscheiding ontbonden. Dat is best opmerkelijk voor die tijd.
“De wapenspreuk van Rotterdam is ‘Sterker door strijd’. Nou, die strijd, die hebben mijn voorouders wel geleverd ja”
Tot 1971 was het namelijk niet eenvoudig om te scheiden. Tussen 1838 en 1971 moest je bijvoorbeeld aan kunnen tonen dat er sprake was van overspel, kwaadwillige verlating, veroordeling tot een gevangenisstraf of mishandeling. In het boek Burgerlijke stand en bevolkingsregister van R.F. Vulsma (een publicatie van het CBG uit 2002) vind je meer informatie over de registratie van echtscheidingen. Daarnaast kun je op de website van het Nationaal Archief twee handige zoekhulpen raadplegen: ‘Echtscheidingen Zuid-Holland in de periode 1838-1939’ en ‘Echtscheidingsvonnissen Zuid-Holland jonger dan 75 jaar’. Hoewel deze zoekhulpen betrekking hebben op Zuid-Holland geven ze handvatten en tips die je ook kunt gebruiken bij onderzoek in andere provincies.
Naast Adriana Jacoba en Janna Catharina bleken er aan moederskant nog meer zelfstandige vrouwen en doorzetters te zitten, die onder moeilijke omstandigheden de eindjes aan elkaar moesten knopen. Dat komt duidelijk binnen bij Hans: “De wapenspreuk van Rotterdam is ‘Sterker door strijd’. Nou, die strijd, die hebben mijn voorouders wel geleverd ja.”
Stompwijkse slagturvers
Hoewel dit niet in de uitzending aan bod kwam, stamt Hans via Birgitta van der Klauw af van de familie Van der Claeu uit de omgeving van Stompwijk. De stamvader lijkt ene Bartout Foppenz te zijn, die tussen 1543 en 1563 in archiefstukken wordt vermeld. Diverse nakomelingen van hem waren omstreeks 1600 werkzaam als slagturver. Slagturven was een speciale techniek waarbij veen onder de waterspiegel werd gewonnen met behulp van een baggerbeugel. Bij de turfwinning werd daarnaast ook gebruikgemaakt van een werktuig dat ‘klau(we)’ werd genoemd (zie het lemma ‘Klauw I’, III.7.ε, in het online raadpleegbare Woordenboek der Nederlandsche Taal). Wellicht dat de familie Van der Klauw daar haar naam aan heeft ontleend.
Franse Hugenoten
Hans bleek geïntrigeerd door de Frans klinkende naam van zijn oma: Lagrand. Zat daar misschien een lijntje naar Frankrijk achter?
De eerste resultaten waren niet direct bemoedigend. Tot ver in de achttiende eeuw woonde de familie (waarvan de naam op verschillende manieren wordt gespeld) gewoon in Rotterdam. Bij de in 1698 overleden Jonas le Grand werd het echter interessant. Hij was getrouwd met Anna le Coeur, eveneens een Frans klinkende naam. Hun huwelijk werd gesloten in de Waalse Kerk te Delft. De leden van deze protestantse kerk waren vaak afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk.
Zou het dan toch? Van de in 1698 overleden Jonas was echter niet bekend waar hij werd geboren. In dit geval bleek de ondertrouwinschrijving van zijn broer uitkomst te bieden. Daarin wordt namelijk de Franse stad Dieppe als plaats van herkomst vermeld. Dat betekent dat de familie Lagrand waarschijnlijk een zogenoemde Hugenotenfamilie was, waarvan enkele leden in de zeventiende eeuw vanwege hun protestantse geloof naar de Republiek waren gevlucht. Voor meer informatie over Hugenoten kun je terecht op onze themapagina.
Duitse schoenmakers
Op basis van de naam ‘Kesting’ vermoedde Hans een Duitse herkomst. Toen deze lijn werd teruggevolgd, doken in eerste instantie beroepen op als automonteur, plaatwerker en machinist van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij. De betreffende personen woonden in Rotterdam en Amsterdam.
In dit geval werd het vermoeden van Hans al snel bevestigd. Zijn betovergrootvader Johan Friedrich Philip Kesting was namelijk geboren in de Duitse plaats Mengeringhausen. Als buitenechtelijke zoon van Friedrich Wilhelm Kesting en Maria Friederike Philippine Giere besloot hij zijn geluk te beproeven in Nederland. Na aankomst in Amsterdam werd hij ingeschreven in het register van verstrekte reis- en verblijfpassen. Deze boeken werden ook wel vreemdelingenregisters genoemd. Op onze themapagina ‘Immigratie’ kun je meer lezen over deze interessante bron.
In Mengeringhausen oefenden de voorouders van Hans lange tijd het beroep van schoenmaker uit. Er zijn tot op de dag van vandaag gebouwen bewaard gebleven die met de Kestings in verband kunnen worden gebracht. Een daarvan is het geboortehuis van Johan Friedrich Philip Kesting. Dat maakte van de wandeling door dit stadje een bijzondere ervaring en deed Hans nog eens extra beseffen dat zijn familie daar zo lang heeft gewoond. De ontdekking van een theater in het geboortehuis van zijn betovergrootvader maakte het plaatje helemaal compleet.