Kritische genealogische methode
De kwaliteit van stamboomonderzoek verschilt sterk. Er zijn onderzoekers die nauwkeurig informatie verzamelen en betrouwbare stambomen maken, en onderzoekers die zonder controle lukraak gegevens kopiëren. Voor goed onderzoek werk je volgens de 'zeven pijlers van de genealogie.
Goed stamboomonderzoek is gebaseerd op de volgende zaken: de voorbereiding, een kritische houding, de bronverantwoording, een goede bewijsvoering, respect voor privacy, aandacht voor auteursrecht en het delen van je onderzoeksresultaten. Dit zijn de ‘zeven pijlers’ van het stamboomonderzoek. Zij volgen stap voor stap de handelingen die je uit moet voeren. Dit wordt ook wel de methodiek van het onderzoek genoemd.
Stamboomonderzoekers werken op ongeveer dezelfde manier als historici. Je stelt een bepaalde vraag, doet oriënterend onderzoek, vervolgens bronnenonderzoek, verwerkt de gevonden informatie en komt tot een conclusie, waarin je de beginvraag beantwoordt. Door de nadruk op het kritisch bestuderen van de bronnen en het systematisch verwerken van de gegevens staat dit bekend als de ‘kritische genealogische methode’.Pijler 1: De voorbereiding
Stamboomonderzoek begint met een vraagstelling of doelstelling. Bijvoorbeeld het samenstellen van een stam- of naamreeks, of het beantwoorden van de vraag ‘Waar stond het geboortehuis van mijn overgrootvader?’ Met een goede vraag blijf je gefocust en dwaal je niet af.
Het belang van een goede voorbereiding
Na het formuleren van een vraag of doelstelling ga je op zoek naar gegevens waarmee je die vraag kan beantwoorden. Bijvoorbeeld beschikbare archiefbronnen en resultaten van eerder onderzoek. Het is verstandig om daarbij één of meerdere handleidingen te raadplegen, zoals het algemene Verborgen Verleden Stamboomboek of het door het CBG uitgegeven boek Asal Oesoel, dat speciaal op Indisch onderzoek is gericht.
Daarnaast vindt je op de websites van archieven vaak ook nog allerlei handige informatie waarmee je het onderzoek kan vergemakkelijken. Maak op basis daarvan een ‘boodschappenlijstje’ met de bronnen die je wilt bekijken. Zo kun je efficiënt onderzoek doen en voorkom je dat je dingen vergeet tijdens het archiefbezoek.
Vergeet ter voorbereiding van je onderzoek vooral niet de inleiding van de archiefinventaris te lezen: die beschrijft de achtergrond van het archief en maakt duidelijk hoe je er onderzoek in kunt doen.
Pijler 2: Een kritische houding
Stamboomonderzoekers maken gebruik van bronnen. Dat zijn alle objecten (zoals archiefstukken) en personen waar je informatie aan ontleent. Het is belangrijk dat die informatie kritisch wordt bestudeerd. Geloof niet alles wat geschreven of gedrukt staat of wat je van iemand hoort.
Originele of afgeleide bron
Tijdens stamboomonderzoek krijg je te maken met originele bronnen en daarvan afgeleide bronnen. Een originele bron is de eerste vorm waarin informatie is vastgelegd, zoals geboorteaktes in de boeken van de burgerlijke stand of testamenten in een notarieel archief. Vaak is van die originele bronnen een één-op-één kopie gemaakt in de vorm van een papieren kopie, afbeelding op microfiche of scan. Daarbij kun je er vanuit gaan dat de inhoud volledig is overgenomen en dus ongewijzigd is gebleven.
Naast originele bronnen zijn er ook zogenoemde afgeleide bronnen. Bijvoorbeeld afschriften van een bron waarbij de tekst geheel of gedeeltelijk is overgeschreven (ook wel bronbewerkingen genoemd). Daarbij neemt de kans op fouten toe. Ook bij andere afgeleide bronnen, zoals gepubliceerde stambomen en familiegeschiedenissen, kun je er niet zonder meer vanuit gaan dat de informatie juist is.
Terug naar de bron
Ter oriëntatie kan het geen kwaad om gebruik te maken van bronbewerkingen of gepubliceerde stamboomgegevens, maar ga tijdens het onderzoek altijd terug naar de originele bron! Probeer de gevonden informatie ook via meerdere bronnen te bevestigen. Dan hou je de kans op fouten of verkeerde interpretaties zo klein mogelijk en voorkom je dat je op een dwaalspoor wordt gebracht.
Perspectief van de informant
Bij het bestuderen van de bronnen is het belangrijk om je af te vragen wat precies de relatie is tussen de informant en de door hem gegeven informatie. Is hij zelf getuige van iets geweest, of heeft hij het ‘van horen zeggen’? Heeft het feit zich kort geleden afgespeeld of is het langer geleden en moet de informant zijn geheugen aanspreken? Dat alles bepaalt de betrouwbaarheid van de informatie.
Pijler 3: De bronverantwoording
De tijdens het stamboomonderzoek verzamelde informatie leg je uiteraard vast. Dat kan op papier, maar ook in een desktopprogramma of op een website. Welke registratievorm je ook hanteert, het is belangrijk om van elk stukje informatie dat je erin verwerkt precies vast te leggen wat de herkomst is.
Voor jezelf en voor je collega-onderzoeker
Met de juiste bronverantwoording kun je later nog zien waar je een bepaald gegeven vandaan hebt. Dat is handig wanneer je wilt controleren of je de informatie juist hebt geïnterpreteerd. Daarnaast geef je, wanneer je jouw stamboomgegevens publiceert, andere onderzoekers de gelegenheid om de kwaliteit ervan te beoordelen en je aannames en conclusies te controleren aan de hand van je bronvermeldingen.
Verwijs naar wat je zelf gezien hebt
Verwijs bij het vastleggen van de herkomst van de informatie altijd naar wat je zelf hebt gezien. Dat is je bron. Gaat het daarbij om afgeleide bronnen (zoals boeken of stambomen op internet), dan weet je dat je die gegevens nog moet controleren met behulp van de originele bronnen. Zo voorkom je dat je bij publicatie van je onderzoek een eventuele fout herhaalt.
Tip: neem je de gegevens van een huwelijksakte over uit een online bronbewerking als WieWasWie, Alle Friezen of de website van een archiefinstelling, dan is dat je bron, en niet de originele akte waar de website naar verwijst.De twee meest gebruikte bronnen voor stamboomonderzoek zijn resultaten van eerder onderzoek en archiefbronnen. Voor beide bronnen geldt dat je de gegevens op een bepaalde manier verwerkt in je bronverantwoording. Omdat stamboomonderzoek vergelijkbaar is met historisch onderzoek, kun je daarbij gebruik maken van de regels die historici daarvoor hebben opgesteld.
1. Verantwoording literatuur
De resultaten van eerder onderzoek kunnen zijn vastgelegd op papier of op internet. De eerste keer dat je gegevens uit een boek overneemt vermeld je auteur, titel, plaats en jaar van uitgave en vervolgens de bladzijde(n) waarop de informatie voorkomt, bijvoorbeeld: Bert Hogervorst, Van Warmerdam en Warmerdam uit de Bollenstreek (Noordwijkerhout 2014) 18-19. Bij meervoudig gebruik van een bron kan de verwijzing korter: Hogervorst, Van Warmerdam en Warmerdam, 324-328.
Bij overname uit een tijdschrift vermeld je auteur, titel artikel, titel tijdschrift, jaargang, jaar, de bladzijdenummers van begin en eind, en de bladzijde(n) waar de informatie gevonden is, bijvoorbeeld: Tiny Hofman, ‘Een “Waalse” voorvader: Adriaen le Maitre (circa 1619-1698), Gens Nostra 71 (2016) 40-50, ald. 45.
Maak je gebruik van informatie op een website, dan is het van belang aan te geven wat de publicatiedatum van de gegevens is (als deze tenminste wordt gegeven) en de datum waarop je de site raadpleegde. Internet is een vluchtig medium en de inhoud van een site kan na raadpleging gewijzigd zijn. Bijvoorbeeld: Stichting Familiearchief De Clercq, internet (www.familiedeclercq.nl) ‘Genealogie’, Xa Pieter de Clercq (1700-1757), geraadpleegd 5 februari 2016.
2. Verantwoording archiefbronnen
Bij verantwoording van archiefbronnen werk je van algemeen naar bijzonder: archiefbewaarplaats, volgnummer van archief of collectie, naam archief of collectie, volgnummer in de inventaris, korte beschrijving, vindplaats binnen het archiefstuk (folionummer, paginanummer of aktenummer). Bijvoorbeeld: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, W017, Stadsgerecht Woerden, inv.nr. 128, Resolutieboek 1710-1721, folio 55. Wanneer je een beeldkopie hebt bekeken (fotokopie, microfilm of scan), dan verwijs je daarnaar.
Bijvoorbeeld: Centraal Bureau voor Genealogie, Bevolkingsregister Barwoutswaarder 1882-1919 (microfiche), deel 1, blad 45 (fiche 12).
Dezelfde bron online: Familysearch, internet (www.familysearch.org), Bevolkingsregister Barwoutswaarder 1882-1919 (scan), deel 1, blad 45 (scan 50 van 435), geraadpleegd 7 februari 2016.
Heb je een afgeleide bron of bronbewerking bekeken (database, index, transcriptie), dan beschrijf je die.
Bijvoorbeeld: A. van der Tuijn, Monsterrollen van de weerbare mannen in de Hollandse dorpen 1652-1653, Eikenduinen en Half Loosduinen, Hollandse Genealogische Databank (www.hogenda.nl), geraadpleegd 15 februari 2016.
Pijler 4: Een goede bewijsvoering
De gegevens die je tijdens het stamboomonderzoek boven water hebt gehaald dien je nauwkeurig te analyseren, zodat je op basis daarvan een goede bewijsvoering op kunt stellen.
Wat bewijzen we?
Wanneer je stamboomonderzoek doet ben je bezig met het bewijzen van een bepaalde afstamming (ook wel filiatie genoemd). De ouder-kind relatie staat daarbij centraal. Je kunt in dat geval uitgaan van de juridische afstamming, die is vastgelegd in officiële documenten, of de biologische afstamming, die met DNA-onderzoek kan worden vastgesteld.
Sommige bronnen maken het de onderzoeker redelijk gemakkelijk. Een geboorteakte levert direct het bewijs van de ouder-kind relatie. Meestal is dat de driehoek vader-moeder-kind. Maar bij het ontbreken van een juridische vader gaat het alleen om de moeder-kind relatie.
Voor het bewijzen van een ouder-kind relatie zul je in ieder geval vast moeten kunnen stellen dat een bepaald feit, bijvoorbeeld een geboorte, doop of huwelijk, bij een bepaalde persoon hoort.
Doe uitputtend onderzoek
Het is belangrijk dat je alle in aanmerking komende bronnen raadpleegt die informatie bevatten waarmee je een bepaalde afstamming kan bevestigen of ontkennen. Voor de periode van de burgerlijke stand is dat relatief eenvoudig. Hoe verder je vervolgens terug in de tijd gaat, hoe meer moeite het zal kosten. Je zult dan namelijk veel meer verschillende soorten bronnen moeten raadplegen.
Typeer de bron en het karakter van de informatie
Analyseer je bron en kijk daarbij of het gaat om een originele bron (bijvoorbeeld een overlijdensakte) of een afgeleide bron (een uittreksel). En wat is het karakter van de informatie? Heeft de informant de informatie uit de eerste hand, was hij getuige van het feit? Of gaat het om secundaire informatie, ‘van horen zeggen’.
Direct en indirect bewijs
Is één bron genoeg om een feit vast te stellen, dan noem je dat ‘direct bewijs’. Een geboorteakte levert bijvoorbeeld het directe bewijs van de geboorte en afstamming van een kind. Is één bron niet voldoende, dan is er sprake van ‘indirect bewijs’. Je bundelt dan de informatie uit verschillende bronnen om een bepaald feit te bewijzen, of op zijn minst aannemelijk te maken. Er mag in dat geval geen tegenstrijdige informatie tussen zitten.
Negatieve informatie
Bronnen kunnen ook ‘negatieve informatie’ bevatten. Dat is informatie die je eigenlijk verwacht, maar die ontbreekt. Zo kun je bijvoorbeeld aannemelijk maken dat iemand voor een bepaalde datum is overleden.
Schrijf je bewijsvoering op
Voordat je de bewijsvoering afrondt zet je eerst je informatiebronnen in chronologische volgorde onder elkaar, met per bron een korte samenvatting van de informatie die voor de bewijsvoering van belang is. Zo kun je goed de gang van zaken analyseren en krijg je inzicht ‘hoe het precies zat’. Een gezinsreconstructie, inclusief de namen van getuigen die optraden bij doop, aangifte van geboorte, trouwen, overlijden en begraven, en een bezitsreconstructie kunnen daar bij helpen. Ten slotte zet je de bewijsvoering stap voor stap uiteen en kom je tot de conclusie.
Pijler 5: Respect voor privacy
Privacy is zo belangrijk dat het als een van de grondrechten is opgenomen in de Grondwet. Het recht op privacy is uitgewerkt in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) die op 25 mei 2018 van kracht is geworden. Als stamboomonderzoeker dien je daar rekening mee te houden bij het publiceren van je gegevens.
Verzamelen mag
Je bent als stamboomonderzoeker vrij om voor persoonlijk gebruik informatie over levende mensen te verzamelen en te verwerken in je stamboom. Zodra je ze deelt met een ander, in welke vorm dan ook, is de AVG van toepassing.
Grondregels op basis van de AVG
De Wet bescherming persoonsgegevens bevat een een aantal basisprincipes die als grondregels toepasbaar zijn op het stamboomonderzoek:
- Stel de betrokkene op de hoogte. Zo bied je hem de gelegenheid het 'zelfbeschikkingsrecht' over zijn persoonsinformatie uit te oefenen. Ouders beslissen daarbij voor hun minderjarige kinderen.
- Geef inzage in de gegevens en wijzig die desgevraagd. Dat is ook in het belang van de onderzoeker zelf. Meestal verbetert daardoor de kwaliteit van een stamboom. Iemand weet zelf het beste waar en wanneer hij geboren of getrouwd is en welke beroepen hij uitoefende.
- Vraag toestemming voor publicatie. Dat kan het beste direct gevraagd worden wanneer je informatie bij iemand inwint. Vaak krijg je die toestemming wel, zeker voor een gedrukte publicatie. Bij openbaarmaking via internet is men meestal wat terughoudender.
Geeft iemand toestemming voor publicatie van zijn of haar gegevens, dan geldt dat alleen voor de gelegenheid en vorm waarmee iemand akkoord gaat.
Of hanteer de regel ‘minimaal honderd jaar geleden geboren’
Je kunt het jezelf ook makkelijk maken door je bij publicatie van de stamboomgegevens te beperken tot iedereen die langer dan honderd jaar geleden geboren is. Genealogische computerprogramma’s bieden vaak de gelegenheid een selectie te maken op basis van dit criterium.
Doden hebben geen privacy?
Ook bij het publiceren van gegevens over overleden familieleden heb je als stamboomonderzoeker een bepaalde verantwoordelijkheid. Wees terughoudend wanneer nabestaanden gekwetst kunnen worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor familieleden die misstappen begaan hebben, zoals een fout oorlogsverleden of criminele levenswandel.
Openbaarmaking tegen je wil
Publiceert iemand tegen je wil je gegevens, dan kun je daar bezwaar tegen maken bij degene die dit deed, met het verzoek de informatie te wijzigen of te verwijderen. Meestal wordt hier wel gehoor aan gegeven. Gebeurt dit niet, dan kun je meer dwang uitoefenen en een advocaat in de arm nemen of in het uiterste geval iemand aanklagen. Je kunt ook een klacht indienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Die instelling houdt toezicht op het naleven van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
Pijler 6: Aandacht voor auteursrecht
Naast privacy hebben stamboomonderzoekers op juridisch gebied ook te maken met auteursrecht. Het gaat dan vooral om de vraag wat er nu wel of niet onder het auteursrecht valt. Daarover wordt onderling vaak flink gediscussieerd.
Stamboomgegevens vogelvrij
Stel dat je na jarenlang onderzoek een goed onderbouwde stamboom hebt gemaakt. En dat iemand anders zonder verwijzing naar jou als oorspronkelijke auteur diezelfde gegevens op internet plaatst en daar goede sier mee maakt. Overtreedt die persoon dan de auteurswet? Wanneer de stamboom alleen uit genealogische feiten bestaat, zoals namen, plaatsen en datums, is het antwoord op die vraag ‘nee’. Dit soort feitelijke gegevens mag je zomaar overnemen. Een stamboom is op dat punt in auteursrechterlijke zin dus vogelvrij.
Wat valt wel onder het auteursrecht?
Bepaalde onderdelen van een stamboom vallen wel onder het auteursrecht. Dat geldt bijvoorbeeld voor de foto’s (tot 70 jaar na overlijden van de fotograaf) of een familieverhaal dat je schrijft, zoals een korte biografie van je grootvader. Die zaken worden namelijk beschouwd als een creatieve schepping. Dat geldt echter niet voor de genealogische feiten die in het familieverhaal worden genoemd.
Dan maar niet publiceren?
Er is maar één manier om te voorkomen dat iemand je stamboom kopieert zonder jou als auteur te noemen: niet publiceren, aan niemand laten zien, niets over zeggen. Dat mag natuurlijk, maar je moet dan niet van andere stamboomonderzoekers verwachten dat ze informatie met jou delen.
Een kwestie van ethiek
Hoewel het auteursrecht slechts op enkele onderdelen van toepassing is, heb je als onderzoeker nog wel te maken met de ethiek van het stamboomonderzoek. Toon respect voor elkaars werk en verwijs altijd naar de auteur van wie je de gegevens hebt overgenomen. Dat laatste is ook van belang omdat een goede stamboomonderzoeker altijd zijn bronnen verantwoordt.
Pijler 7: Deel je onderzoeksresultaten
Het stamboomonderzoek doe je grotendeels zelf: websites afstruinen, archieven bezoeken, gegevens verwerken, etc. Toch kun je nooit helemaal zonder de hulp van mede-onderzoekers. Door je onderzoeksresultaten met anderen te delen kun je iets voor hen terugdoen. Met de aanvullingen en correcties die je na publicatie krijgt, kun je daarnaast de kwaliteit van je eigen gegevens verbeteren. Een win-winsituatie dus.
Delen via boek of e-book
Wacht met het delen van je stamboomgegevens niet tot je het ‘ultieme boek’ hebt. Begin klein, bijvoorbeeld met een artikel in een genealogisch tijdschrift of een bijdrage aan een blog. Zo bouw je stap voor stap ervaring op. Bij publicatie van je stamboom of familiegeschiedenis hoef je niet per se een kostbaar boekwerk te laten drukken. Je kunt je ook beperken tot eenvoudige rapporten (al dan niet voorzien van illustraties), die bijvoorbeeld met behulp van tekstverwerkingsprogramma’s of genealogische computerprogramma’s kunnen worden gemaakt. Maak je daarbij gebruik van een tekstverwerkingsprogramma, dan zul je zelf goed moeten letten op de presentatie van de stamboomgegevens. Voor persoonsgegevens is dit de meest gebruikte volgorde: naam, geboorte, beroep, functies, overlijden, ouders. Het is verstandig om een aantal genealogische tijdschriften door te bladeren, zodat je een indruk krijgt hoe je stamboomgegevens moet verwerken in een publicatie.
Wanneer je toch een boek wilt uitgeven (in papieren vorm of als e-book), kun je voor kleine oplagen ook gebruik maken van online opmaakservices. Voorbeelden zijn Lulu (www.lulu.com) en Blurb (www.blurb.com). Om je onderzoeksgegevens voor de toekomst veilig te stellen is het aan te raden om je papieren publicatie beschikbaar te stellen aan de archiefdienst waar je het grootste deel van het onderzoek hebt gedaan en aan het CBG. Wij kunnen de publicatie dan opnemen in onze Bibliotheek.
Delen via webservices
Via webservices als MyHeritage, Geneanet, Genealogie Online of CBG Stambomen kun je heel eenvoudig je onderzoeksgegevens langs digitale weg delen. Bijvoorbeeld door import van je stamboom via een gedcom-bestand, of door de informatie handmatig in te voeren. Dit vraagt wel een bepaalde discipline, want je zult de gegevens regelmatig moeten actualiseren en aanvullen.
Op deze manier zorg je ervoor dat ook toekomstige onderzoekers gebruik kunnen maken van jouw onderzoeksresultaten. Je moet dan wel kiezen voor een webservice waarvan je het idee hebt dat die betrouwbaar is en in staat is om je gegevens nog jarenlang te bewaren en aan te bieden. Een nadeel van online publiceren is dat je stamboomgegevens als het ware ‘vogelvrij’ zijn. Andere onderzoekers kunnen ze makkelijk kopiëren en zonder vermelding van de oorspronkelijke auteur overnemen.
Start een blog of Facebookpagina
Een blog of Facebookpagina is een laagdrempelige manier om je onderzoeksresultaten te delen en in contact te komen met andere geïnteresseerden. Dat kunnen familieleden zijn, of onderzoekers die onderzoek doen naar dezelfde familie. Zowel een blog als een Facebookpagina is makkelijk op te starten. Ook het bijhouden van de informatie en het aanpassen van de vormgeving kost niet veel tijd.