Genealogisch onderzoek of stamboomonderzoek is een verzamelnaam voor verschillende vormen van onderzoek. Afhankelijk van welke verwantschaps- en afstammingslijn(en) je volgt, en het startpunt van je onderzoek, kun je een stamboom op verschillende manieren inrichten.
Start je in het heden en werk je terug in de tijd, dan doe je onderzoek naar voorouders (ascendenten). Werk je vanuit het verleden naar het heden, dan zoek je naar afstammelingen (descendenten) van een persoon of echtpaar. Welke vorm je kiest, hangt af van wat je wilt weten.
Terug in de tijd
Kwartierstaat
Wanneer je alle voorouders van jezelf of van een andere persoon wilt uitzoeken, maak je een kwartierstaat. Je begint dan bij de persoon van wie je de kwartierstaat maakt, de kwartierdrager of proband(us). Vervolgens noteer je de ouders, hun ouders, alle grootouders, betovergrootouders, en ga je door tot je niet verder komt. Bij elke generatie terug in de tijd, verdubbelt het aantal voorouders in het schema.
Stamreeks (patrilineaire reeks)
Een stamreeks is een overzicht van iemands voorouders in de rechte mannelijke lijn. Bij het maken van een stamreeks ga je terug in de tijd tot de oudst bekende voorvader, dat is de stamvader. Je neemt alleen opeenvolgende mannelijke voorouders van een persoon in de reeks op: de vader, diens vader, enzovoort.
Moederreeks (matrilineaire reeks)
Een moederreeks is de vrouwelijke tegenhanger van de stamreeks. Je werkt in rechte vrouwelijke lijn terug in de tijd: van iemands moeder, naar haar moeder enzovoort, tot je niet verder kan. De oudst bekende voorouder is de stammoeder.
Naamreeks
Een naamreeks geeft een overzicht van de opeenvolgende voorouders van een bepaalde persoon met dezelfde familienaam. Deze vorm gebruik je wanneer een familienaam één of meerdere keren via vrouwelijke lijn is doorgegeven.
Van toen naar nu
Zoek naar afstammelingen van de oudst bekende voorouder(s):
Afstammingsreeks
Een afstammingsreeks toont via welke lijnen iemand afstamt van één van de voorouders. In tegenstelling tot een stam- of moederreeks volg je dan niet continu de rechte mannelijke of rechte vrouwelijke lijn.
Verwantschapsreeks
Een verwantschapsreeks brengt in kaart hoe twee of meer personen van een gemeenschappelijke voorouder afstammen.
Genealogie
In een genealogie achterhaal je alle mannelijke afstammelingen van de stamvader. Je noteert per generatie steeds van alle zoons het volledige gezin en van alle dochters alleen de eventuele partners. Je vervolgt het onderzoek steeds met de gezinnen van de zoons, en daarna met die van hun zoons enzovoort. Worden ook alle naamdragers genoteerd die niet tot de mannelijke lijn behoren, dan spreek je van een naamgenealogie.
Parenteel
Wil je alle nakomelingen van je stamvader in mannelijke én in vrouwelijke lijn weten, dan maak je een 'parenteel'. Je zoekt dan gezinsgegevens van zowel zoons als dochters, vervolgens van hun zoons en dochters, enzovoort. Een parenteel is dus de meest uitgebreide vorm van afstammingsonderzoek.
Voorouders nummeren
In een stamreeks, kwartierstaat, genealogie en parenteel krijgen personen een nummer volgens een bepaald systeem. Zo kun je de verschillende generaties en de relaties tussen de personen in een lijst met voorouders terugvinden.
Stamreeks
In een stamreeks worden de opeenvolgende generaties aangeduid met Romeinse cijfers (I, II, III). De stamvader krijgt het cijfer I, zijn zoon II, zijn kleinzoon III enzovoort.
Genealogie en parenteel
Dat systeem wordt in een genealogie of parenteel verfijnd door de kinderen van de stamvader in volgorde van geboorte de cijfers 1, 2, 3 enzovoort te geven. Kinderen met nageslacht krijgen een generatienummer, gevolgd door kleine letters a, b, c enzovoort.
Kwartierstaat
Bij kwartierstaten wordt het 'systeem-Kekule' het meest gebruikt. De 'proband' krijgt nummer 1 en zijn of haar vader en moeder respectievelijk nummer 2 en 3. De ouders van de vader krijgen de nummers 4 en 5, die van de moeder 6 en 7. Mannen hebben altijd een even nummer (behalve de mannelijke proband), vrouwen een oneven nummer. Kwartierstaatnummers zijn eenvoudig te berekenen op basis van het nummer van het kind (k): de vader heeft als nummer kx2, de moeder (kx2)+1. Heeft het kind nummer 231 dan heeft zijn vader nummer 462 en zijn moeder 463.
Symbolen
Voor het aanduiden van de levensfeiten worden vaak de volgende symbolen gebruikt. Sinds augustus 2024 heeft het CBG in samenwerking met Hilde van den Biggelaar een nieuwe lijst met 52 universele genealogische symbolen opgesteld. De lijst is onderaan deze pagina te downloaden. Vervolgens kun je de symbolen uit die lijst kopiëren en gebruiken bij het maken van je eigen stamboom.
Schematische weergave van de stamboom
Er zijn talloze mogelijkheden om verwantschappen in kaart te brengen. Een kwartierstaat kun je bijvoorbeeld in een cirkeldiagram vormgeven. In veel stamboomprogramma´s en websites kun je op basis van ingevoerde gegevens van je voorouders automatisch een schema laten genereren. Of ga zelf aan de slag, denk aan een tekening van een boom met daarin de namen van voorouders geschreven. Ook leuk: een stamboom in foto's. Of een geografische stamboom, waarin je de geografische herkomst van je voorouders vorm geeft.