Familienamen spelen een belangrijke rol in stamboomonderzoek. Ze kunnen verwantschappen aanduiden en belangrijke historische informatie over de eigenaren van de naam bevatten.
Ontwikkeling van de familienaam
Aanvankelijk gebruikte men één naam om mensen te onderscheiden. Onder invloed van de groei van de bevolking en het ontstaan van steden, maar ook vanuit de behoefte om de iemands identiteit te versterken, werden vanaf de Middeleeuwen steeds vaker bijnamen gebruikt als nadere aanduidingen bij de voornaam. Die achternaam kon de naam van de vader bevatten, zoals bij 'Dirc Willam soene' en 'Jan Pietersen'. Dit soort namen noemen we een patroniem. Andere toenamen konden naar een eigenschap of het beroep verwijzen, bijvoorbeeld Backer, Smid en De Grote. We spreken van een familienaam zodra de achternaam erfelijk werd, en dus van generatie op generatie in min of meer in gelijke vorm doorgegeven werd. Dat gebeurde vanaf de late Middeleeuwen.
De ontwikkeling van eennamigheid via de toevoeging van een toenaam tot de vaste familienaam was een eeuwenlang proces dat zich op verschillende wijzen over het Nederlandse taalgebied verspreidde: vanuit het zuiden naar noorden, van stad naar platteland en van de elite naar de lagere standen. Pas toen de burgerlijke stand in 1811 in heel Nederland was ingevoerd werd de familienaam voor iedereen officieel vastgelegd. Personen die nog geen familienaam hadden, moesten er van keizer Napoleon een aannemen en laten vastleggen. Dat gebeurde in zogenoemde registers van naamsaanneming, die soms bewaard zijn. Wijzigingen in namen konden vanaf toen alleen nog bij Koninklijk Besluit worden doorgevoerd. Toch duurde het in sommige gevallen nog lang voordat ze volgens een vaste spelling werden geschreven.
Soorten familienamen
Er kunnen verschillende soorten familienamen worden onderscheiden. Op CBG Familienamen is gedetailleerder informatie beschikbaar over de verklaring en analyse van familienamen. Het volgende overzicht geeft een globale indeling, waar vele subcategorieën aan toe te voegen zijn:
Type | Uitleg |
---|---|
Herkomstnamen | Namen die de plaats aangeven waar de eerste naamdrager vandaan kwam, met name steden, dorpen en landen: Van Delden, Van Parijs, Den Hollander. |
Adresnamen | Namen die ontleend zijn aan de plek waar de eerste naamdrager woonde, zoals namen van huizen, velden, waterlope en straten: Van den Eshof, Van der Beek, Van der Meulen, Van den Bogaard. |
Verwantschapsnamen | Namen die verwijzen naar de voornaam van iemands vader of moeder en zo de familierelatie kenbaar maken. Deze patroniemen (en metroniemen bij vernoeming naar de moeder) zijn bij invoering van de burgerlijke stand officieel vastgelegd als familienaam: Hendrikszoon, Janssen, Geertsema, Lieverse, Louwes. |
Beroepsnamen | Namen die ontleend zijn aan het beroep dat werd uitgeoefend: Bouwman, De Smidt, Kastelein, maar ook Brood voor een bakker en Hamer voor een timmerman. |
Eigenschapsnamen | Namen die afgeleid zijn van een persoonlijk kenmerk van de eerste naamdrager, zoals het uiterlijk en karakereigenschappen : De Wit, De Kwaasteniet, De Jonge, De Korte. |