CBG bronnen
D-Day - Adriaan Broekhuizen fragment persoonskaart WieWasWie
Fragment van Adriaans persoonskaart met daarop vermeld zijn huwelijk op die gedenkwaardige dag in juni. Foto: CBG / Collectie Nationaal Register Overledenen (NRO)

Hoe lees je een persoonskaart(1939-1994) en een persoonslijst(1994-heden)

Persoonskaarten en persoonslijsten zijn belangrijk voor iedereen die informatie wil verzamelen over de meest recente generaties in zijn of haar stamboom. Maar welke gegevens kun je op persoonskaarten en persoonslijsten aantreffen, en hoe gebruik je deze bronnen bij je onderzoek?

Nationaal Register van Overledenen

Persoonskaarten en persoonslijsten maken deel uit van de Nederlandse bevolkingsregistratie. De papieren persoonskaarten werden ingevoerd in 1939. Op 1 oktober 1994 werden zij vervangen door een digitaal systeem met persoonslijsten (gekoppeld aan de huidige Basisregistratie Personen, of BRP).

Gezamenlijk vormen de persoonskaarten en persoonslijsten het Nationaal Register van Overledenen (NRO), dat door het CBG wordt beheerd. Dit is een belangrijke bron voor stamboomonderzoekers, met onmisbare genealogische basisgegevens en interessante aanvullende gegevens. Daarnaast vind je er persoonsgegevens die via andere archiefbronnen nog niet toegankelijk zijn. Zo overbrug je heel eenvoudig de periode tot aan de meest recente openbare informatie op websites als WieWasWie.

Net als bij alle andere bronnen die je voor je stamboomonderzoek raadpleegt, moet je ook bij persoonskaarten en persoonslijsten alert zijn op de volledigheid en juistheid van de informatie. Hoewel het invullen zorgvuldig diende te geschieden, is het mogelijk dat er gegevens ontbreken of zelfs fouten zijn gemaakt.

Met name persoonskaarten die in de beginperiode zijn opgesteld, kunnen onvolledig zijn. Sommige gemeenten voegden meer informatie toe, maar in principe werden toen alleen de gegevens opgenomen die op dat moment actueel en noodzakelijk waren.

Persoonskaart(1939-1995)

persoonskaart pagina hoe lees ik een pk/pl

Voorbeeld van de voorkant een persoonskaart, Collectie NRO, CBG.

Hoe lees ik een pk uitleg
voorbeeld pk voor pagina hoe lees ik een pk/pl

Voorbeeld achterkant van een persoonskaart, Collectie NRO, CBG.

Hoe lees je een PK, uitleg (4)

Genealogische basisgegevens

De persoonsnamen en de informatie over geboorte, huwelijk en overlijden die je op de persoonskaarten en persoonslijsten aantreft, worden gerekend tot de genealogische basisgegevens. Ze vormen de basis van iedere stamboom.

Namen

Naast de naam van de hoofdpersoon kun je op een persoonskaart of persoonslijst ook de namen aantreffen van diens ouders en van eventuele partners en/of kinderen. Het gaat daarbij om de officiële namen. Roepnamen en aliassen kom je dus niet tegen, en toevoegingen als ‘zich schrijvende’ of ‘bijgenaamd’ zijn alleen verwerkt als ze daadwerkelijk deel uitmaakten van de familienaam. Dat geldt bijvoorbeeld voor de familie ‘Withaar bijgenaamd de Jong’.

Geboorte, huwelijk en overlijden

Net als bij de namen, beperken de gegevens over geboorte, huwelijk en overlijden zich niet tot de hoofdpersoon. Waar van toepassing en bekend, is deze informatie ook toegevoegd bij de andere op de persoonskaart of persoonslijst genoemde personen. Ten aanzien van de informatie die bij eventuele kinderen wordt getoond, is er wel een verschil tussen persoonskaarten en persoonslijsten. Op persoonskaarten kunnen bij de kinderen namelijk huwelijks- en overlijdensgegevens worden vermeld, terwijl die informatie op persoonslijsten ontbreekt.

Wat geboorten betreft, is het belangrijk te weten dat kinderen op persoonskaarten in principe alleen worden vermeld bij het gezinshoofd. In de praktijk was dat meestal hun (stief)vader. Na het overlijden van de vader, of na een echtscheiding, werden de kinderen ook wel bijgeschreven op de persoonskaart van de moeder (maar alleen wanneer zij deel uitmaakten van haar huishouden).

In de BRP horen kinderen die geboren zijn na 1 januari 1966 in principe gekoppeld te worden aan beide ouders. Op de persoonslijsten van echtelieden die op of na die datum zijn getrouwd, zouden dus dezelfde kinderen moeten staan (met uitzondering van eventuele buitenechtelijke kinderen). Bij persoonslijsten van echtelieden die voor 1 januari 1966 zijn getrouwd, is dat minder vanzelfsprekend. Niet iedere gemeente vond het namelijk nodig om op dat punt zo volledig mogelijk te zijn.

Was de hoofdpersoon getrouwd, en werd dat huwelijk ontbonden, dan wordt ook de reden van de ontbinding aangegeven (overlijden of echtscheiding). Was er sprake van meerdere huwelijken, dan zijn die uiteraard ook genoteerd.

Bij de overlijdensgegevens kun je soms de afkorting LV (lijkvinding) aantreffen, of de aanduiding ‘overleden bevonden’. In beide gevallen gaat het om een stoffelijk overschot waarbij het niet meer mogelijk was het tijdstip van overlijden vast te stellen.

Hoewel op persoonskaarten tot 1956 de doodsoorzaak werd vermeld, is het CBG wettelijk verplicht die informatie af te dekken (net als religie en de reden van het verlies van de Nederlandse nationaliteit). Als je geluk hebt, kun je in sommige gevallen terugvallen op zogenoemde doodsbriefjes. Zie voor meer informatie over deze bron de themapagina ‘Ziekte en gezondheid’.

Aanvullende gegevens

De aanvullende gegevens maken het mogelijk je stamboom verder te verrijken. Ze geven meer kleur aan de personen in je stamboom.

Beroepen

Ben je op zoek naar beroepsgegevens, dan moet je er rekening mee te houden dat die alleen op persoonskaarten worden vermeld. Ze ontbreken op de persoonslijsten, omdat ze niet zijn opgenomen in de gegevens waar het CBG toegang toe heeft.

Op de persoonskaart hoorde het vak voor het beroep in principe leeg te blijven bij kinderen onder de veertien jaar en bij studerenden boven die leeftijd. Toch kun je soms de vermelding ‘studerend’ aantreffen. In het vak mochten ook Nederlandse academische titels worden vermeld. Slechts in uitzonderlijke gevallen was het toegestaan buitenlandse academische titels op te nemen. In dat geval moest duidelijk worden vermeld aan welke universiteit de titel was verkregen.

Naast het beroep zelf, werd ook aangegeven of het betreffende beroep als hoofd of zelfstandige werd uitgeoefend (h), of als ondergeschikte (o). Had je geen beroep (meer), dan werd in het vak de aantekening ‘zonder’ geplaatst. En soms is genoteerd dat iemand zijn beroep heeft ‘neergelegd’.

Persoonslijst (1994-heden)

Persoonslijst voorbeeld

Voorbeeld van een persoonslijst (1994-heden), Collectie NRO, CBG.

Adressen

Adresgegevens vind je terug op zowel persoonskaarten als persoonslijsten. In het laatste geval geldt er wel een beperking. Adresgegevens mogen namelijk pas twintig jaar na overlijden openbaar worden gemaakt. Is iemand minder dan twintig jaar geleden overleden, dan worden op de persoonslijst alleen de woonplaatsen vermeld. Daarnaast is het goed om te weten dat namen van personen, inrichtingen, tehuizen, gebouwen e.d. in geen geval bij de adressen vermeld mochten worden. Verder werden persoonskaarten van dienstplichtigen niet opgestuurd naar de vestigingsplaats van hun regiment. Alleen de overplaatsingen van beroepsmilitairen werden als verhuizingen behandeld.

Dankzij de adresgegevens kun je de migratiebewegingen van je familieleden volgen (zie ook de themapagina’s ‘Immigratie’ en ‘Emigratie’). Dat beperkt zich niet alleen tot Nederland, want ook komst uit of vertrek naar het buitenland moest in principe worden vermeld. Emigreerde iemand voorgoed, dan berust zijn of haar persoonskaart bij het Vestigingsregister in Den Haag. Daar kun je ook informatie opvragen over personen die na 1 oktober 1994 zijn geëmigreerd. Hou er wel rekening mee dat de gegevens na emigratie niet meer zijn bijgewerkt. Daarnaast moet je door middel van een aanvraag bij het CBG aantonen dat de betreffende persoonskaart of persoonslijst niet bij ons berust.

Nationaliteit

Net als beroepen, wordt ook de nationaliteit alleen vermeld op persoonskaarten. Daarbij wordt in principe onderscheid gemaakt tussen Nederlanders (Ned) en vreemdelingen en personen zonder nationaliteit (Vr).

Soms wordt op de persoonskaart aangegeven dat iemand de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen, met verwijzing naar een specifiek wetsartikel (bijvoorbeeld ‘art 5 Wet 1892’). Daar kun je dan meestal meer informatie over terugvinden via zoekmachines als Google of Google Books.

Ontdek je via de persoonskaart dat iemand is genaturaliseerd, dan is het mogelijk verder onderzoek te doen bij het Nationaal Archief. Zie daarvoor de zoekhulp ‘Naturalisaties 16e eeuw-1950’.

Nieuwsgierig geworden? Vraag een uittreksel uit het NRO aan, en verrijk de meest recente takken van je stamboom.