CBG bronnen
Sterrenwacht Leiden
Sterrenwacht Leiden

Verslag Biografiedag Tussen Slijk en Sterren

27 maart 2018

Het Louis Couperus Genootschap wijdde vrijdag 23 maart 2018 een hele dag aan de schrijversbiografie onder de titel: ‘Tussen slijk en sterren. De schrijversbiografie in de kijker’. In de Oude Sterrewacht in Leiden werden die dag verschillende lezingen gehouden door onder anderen Elisabeth Leijnse en Wim Hazeu rondom het thema ‘Pijnpunten in de biografie’. ‘s Middags gaven ervaren biografen als Jaap Goedegebuure, Elly Kamp en Gé Vaartjes en Eric Palmen van biografieportaal.nl praktische workshops over het schrijven, lezen en recenseren van schrijversbiografieën. Onze informatiespecialist Martijn Spruit was erbij en brengt verslag uit.

Door  Martijn Spruit

De Biografiedag werd vrijdag 23 maart georganiseerd in het gebouw van de Leidse Sterrenwacht. Dit symposium was een initiatief van het Louis Couperus Genootschap dat dit jaar zijn vijfentwintigjarig jubileum viert. Het Louis Couperus Genootschap organiseerde de dag samen met de Universiteit Leiden, de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en het Bordewijk Genootschap. De titel “Tussen Slijk en Sterren” is geleend van de te verschijnen biografie van schrijfster Ida Simons (een verwijzing naar een bundel van haar hand), en sluit tevens mooi aan bij de locatie.

Sterrenwacht Leiden

Sterrenwacht Leiden

Lezingenprogramma

In het welkomstwoord lichtte Annebeth Simonsz, voorzitter van het Louis Couperus Genootschap, toe waarom voor deze dag was gekozen. “Het afgelopen decennium heeft de biografie in Nederland een enorme vlucht genomen, vooral in de literatuur,” aldus Simonsz. “De controverse rond de promotie op het levensverhaal van Jan Wolkers haalde het nieuws, en uit de vondst van brieven van dichter/kunstenaar Lucebert bleek dat hij zich in 1943 vrijwillig bij de Arbeidseinsatz had gemeld.” Deze beide recente nieuwsmomenten rond de biografie werden door verschillende sprekers op de dag aangehaald, dan wel als illustratie dat een biografie nooit af is, dan wel als middel om de theorieën rond het schrijven van een levensverhaal te benoemen.

Het volle programma begon met een lezing door Elisabeth Leijnse, die in 2016 de Libris Geschiedenisprijs won met haar biografie van de freules Cécile en Elsa de Jong van Beek en Donk. Zij vertelde over haar dilemma’s bij het opschrijven van het zeer antisemitische gedachtengoed van Elsa. Leijnse heeft onder meer het perspectief van de biografie halverwege gedraaid van Elsa naar haar zus Cécile, en het nawoord – met moreel oordeel – gelaten aan een kleinzoon. Michèl de Jong sprak vervolgens over zijn vriendschap met Drs. P. en over het dilemma van het schrijven van een biografie over iemand die je persoonlijk hebt gekend. Petra Teunissen-Nijsse deed vervolgens een boekje open over de zeer openhartige correspondentie tussen schrijfster Clare Lennart en haar dertig jaar oudere minnaar Frans Coenen. Zij legde uit waarom het van belang kan zijn expliciete beschrijvingen op te nemen, om de verhoudingen en levensloop meer reliëf te geven.

Wim Hazeu gaat uitgebreid in op zijn recente biografie over Lucebert op de Biografiedag

Wim Hazeu gaat uitgebreid in op zijn recente biografie over Lucebert op de Biografiedag.

Wim Hazeu sloot het eerste blok af door in te gaan op de controverse rond Lucebert naar aanleiding van zijn recente biografie. Hij vertelde verder over hoe andere hoofdpersonen uit door hem geschreven biografieën zich in de Tweede Wereldoorlog hebben gedragen. Hij introduceerde het woord ‘biografeling’ om de persoon die onderwerp is te benoemen, naar analogie met dopeling. Ook citeerde hij Voltaire en Simon Vinkenoog: “Van de doden niets dan de Waarheid” om aan te geven dat een biograaf niet moet aarzelen om onwelgevallige details op te schrijven. Tegelijkertijd moet een biografeling niet nodeloos worden geschoffeerd:

“Als biograaf ken ik geen taboes, maar wel fatsoen.”

Workshops

Na de lunch verdeelden de aanwezigen zich in kleinere groepen voor workshops over detailonderwerpen. Monica Soeting, biografe van Joop-ter-Heul-schrijfster Cissy van Marxveldt, besprak met de aanwezigen een uur lang de ‘eisen voor een wetenschappelijke biografie’. Uiteraard kwam hierbij het heikele punt van de promotie op de recente Jan Wolkers-biografie uitgebreid aan bod. De discussie over dit boek is voor een aanzienlijk gedeelte in de landelijke pers gevoerd. Zij wees ook op de noodzaak van het kritisch bevragen van de bronnen, zoals bij het gebruik van een privé-archief: Wat zit er in? Wat ontbreekt er? En vooral: Waarom zitten bepaalde zaken er niet in?

Elly Kamp, schrijfster van een dubbelbiografie over Ferdinand Bordewijk en zijn echtgenote, de componiste Johanna Bordewijk-Roepman, sprak samen met de voorzitter van het Bordewijk Genootschap, Robert Gaarlandt, over het belang van privécollecties, familieherinneringen en verzamelaars. In dit gebied moet de biograaf soms laveren tussen het belang van openheid enerzijds en voldoen aan de wensen van betrokkenen anderzijds.

In de laatste workshop discussieerde Jaap Goedegebuure, recensent en schrijver van de te verschijnen biografie over Frans Kellendonk, met de aanwezigen over de vraag ‘hoe recenseer je een biografie?’ Dit vraagstuk zorgde voor een gezonde interactie tussen de zaal en de gespreksleider. Duidelijk was dat de meningen hierover behoorlijk uiteen liepen.

Panelgesprek Biografiedag

Panelgesprek Biografiedag

De middag werd afgesloten met een panelgesprek. Het enige punt van kritiek op dit goed verzorgde en inhoudelijk uitstekende symposium, is dat het wellicht wat vol was: letterlijk omdat de ruimtes in de Leidse Sterrenwacht een beetje krap waren voor de hoeveelheid toegestroomd publiek, en figuurlijk omdat is gebleken dat er nog wel twee symposiumdagen aan vast hadden kunnen worden geplakt, zoveel bleek er te bespreken over dit boeiende onderwerp.