Deze week valt het nieuwste nummer van Gen. magazine bij klassieke vrienden op de mat. Digitale vrienden kunnen het blad online lezen via de website. Ben je nog geen vriend? Onderaan dit bericht kun je als voorproefje een artikel uit deze Gen. gratis downloaden.

Bij grote buurman het Nationaal Archief loopt tot en met oktober de tentoonstelling Kòrsou-Curaçao, over de eeuwenlange relatie tussen Nederland en Curaçao. In ons themadossier een interview met gastcurator Dyonne Benett. Zij vertelt onder meer over het nieuwe perspectief waarmee nu naar de bronnen wordt gekeken. Zoals bij een brief van gouverneur Johannes van Walbeeck, waarin hij vertelt over zijn ontmoeting met Juan op Curaçao. Deze Juan vertelde hem over wat de bevolking at. ‘Vroeger zou zo’n brief vanuit het perspectief van Van Walbeeck tentoongesteld worden,’ aldus Benett. ‘Nu draaiden wij het om en vertellen we het verhaal vanuit het perspectief van Juan: wat zag hij allemaal?’

Sterke bevolkingsgroep

Tania Kross, de gevierde operazangeres ‘van Curaçao’, zoals ze het zelf noemt, strijkt voorgoed neer op het Caraïbische eiland. En dat heeft alles te maken met haar familiegeschiedenis, die ze elf jaar geleden in het programma Verborgen verleden veel beter heeft leren kennen. Tijdens de zoektocht destijds kwam ze onder andere achter het slavernijverleden van haar voorouders. Al snel volgde een nieuwe verrassing: de slavenhouder bleek een voorouder te zijn van de schrijver met wie ze op dat moment samenwerkte aan een opera over de slavernij. ‘Ik geloof niet in toeval,’ zegt ze er nu over. ‘Het moest gewoon zo zijn. Wij moesten dit verhaal samen vertellen.’

Philipsdorp

Marike Goossens bracht haar jeugd door in Aalst. Haar vader werkte bij het Philips Natlab – ‘vrijplaats voor knappe koppen’, en overleed toen zij een kind was. Ruim dertig jaar later dook ze in zijn verleden en ontdekte onder meer dat ze pal naast een Philipsdorp woonde. Voor Gen. verweeft ze haar familieverhaal met de geschiedenis van het sociale woning- en ook ander beleid van Philips voor zijn werknemers.

De Bijenkorf

Nog zo’n ‘oer’-Nederlands bedrijf. Aan de negentiende-eeuwse wieg stonden de twee Joodse families Goudsmit en Isaac. Toen er naast de eerste winkel op de Nieuwendijk in Amsterdam een tijdelijke vestiging aan het Damrak kwam, die veel succesvoller bleek te zijn, schijnt Arthur Isaac tegen zijn vrouw te hebben gezegd: ‘Moedertje, hier gaan we nooit meer weg.’ Herman Berk beschrijft de geschiedenis van het succesvolle warenhuis dat ook voor zijn personeel een echt familiebedrijf was.

Dit alles en nog heel veel meer in het nieuwste nummer van Gen.magazine. Lees dat blad!