Kiekjes van Kiek
26 augustus 2021
26 augustus 2021
We kennen allemaal de uitdrukking ‘een kiekje’ nemen. Maar wist je ook dat kiek ontleend is aan de naam van fotograaf Israël Kiek? Zo'n woord noemen we een eponiem.
Een eponiem is een naam voor objecten, activiteiten of taaltermen die hun oorsprong ontlenen aan een persoon. Dit zijn vaak historische personen of mythologische figuren, maar er zijn ook modernere eponiemen.
De Nederlandse taal kent een flink aantal bekende eponiemen. Deze kunnen bijvoorbeeld medisch, aardrijkskundig of culinair van aard zijn. Denk aan een Haags hopje, het snoepje vernoemd naar baron Hendrik Hop, waarbij het verhaal gaat dat hij per ongeluk koffie met suiker en room op de kachel liet staan, die vervolgens karamel werd. Of het bintje, de aardappel die door leraar en aardappelkweker Kornelis Lieuwes de Vries vernoemd werd naar een van zijn ijverigste leerlingen, Bint(s)je Jansma. Andere bekende eponiemen zijn de melkertbaan, afgeleid van politicus Ad Melkert, en fiets, mogelijk afgeleid van de familie Viets.
In eerste instantie zou je bij het woord kiek nog kunnen denken aan een verbastering van kijken, of een kijkje nemen. Maar een ‘kiekje maken’ is afkomstig van fotograaf Israël David Kiek (1811-1899), afkomstig uit Groningen. Israël was de zoon van horlogemaker David Lazarus Kiek en Lea Levie Pinto. In zijn leven kende Israël vele beroepen, onder andere kistenmaker, slager en koopman. Hij trouwde met Hendrica de Leeuw, met wie hij twaalf kinderen kreeg. In 1855 vestigde het gezin zich in Leiden en begon Israël een sigarenwinkel. Een paar jaar later werd hij fotograaf. In 1858 staat het bedrijf van Kiek vermeld in het adresboekje van Leiden onder de naam J.D. Kiek & Zoons, portraiteurs.
In de levendige studentenstad lieten Leidse studenten zich graag fotograferen in een losse setting. Israël werd vaak (‘s nachts) opgetrommeld om deze foto's te maken, met als resultaat grappige, onderbelichte, informele groepsfoto's met gekke bekken in dito opstellingen. Er zat een zekere vaagheid en haast in de foto's, die door studenten liefkozend ‘kiekjes’ werden genoemd. Hoewel Israël ook portretfoto's maakte, is hij vooral bekend geworden door deze spontaan ogende prentjes. Opvallend is dat hij zelf geen fan was van het maken ervan. Hij zette zich niet met hart en ziel in voor dit werk, maar het waren nou eenmaal zijn beste klanten.
Men zegt wel dat Israëls kiekjes niet van de beste kwaliteit waren. Zijn artistiek vermogen werd betwijfeld; tegenwoordig zouden we het een amateurkiekje noemen. Maar wat deskundigheid betreft deed hij niet onder voor zijn collega's uit die tijd die het nieuwe beroep van fotograaf uitoefenden.