CBG bronnen
Venter bewerkt
Venter in tafelzuur met achter hem een muur met affiches, 1899. Collectie Stadsarchief Amsterdam

Van scharensliep tot blauwverver

30 september 2021

Kom je tijdens je stamboomonderzoek beroepen tegen die je niet kunt thuisbrengen? Er zijn verschillende naslagwerken waarin je de verklaring kunt vinden.

De meeste huwelijksakten (en sommige overlijdensakten) vermelden het beroep van bruidegom en eventueel de bruid. Ook op persoonskaarten vind je het ambacht van de houder. Bakker, metselaar, onderwijzeres of naaister zijn duidelijk. Maar wat betekent het als je overgrootvader een garentwijnder of paalmeester was, en wat deed een spoelster of een bloedkopster precies?

Stadsrekeningen en gildekeuren

Er is een aantal naslagwerken beschikbaar waarin je een overzicht vindt van de oude ambachten die in ons land voorkwamen. Het bekendste is het beroepsnamenboek van J.B. Glasbergen (op te vragen uit de CBG Bibliotheek), dat ruim 25.000 beroepsnamen bevat die in Nederland voorkomen of -kwamen. Het geeft een korte uitleg met een – soms globale – bronvermelding, die de auteur in bronnen als stadsrekeningen en gildekeuren uit de periode 1300 tot 1900 heeft aangetroffen.

Van aakschipper tot zwikker: gids van historische beroepen’ bevat ruim 2.000 beroepsnamen uit het verleden, die kort worden verklaard. De auteur heeft geput uit de belastingregisters van eind 18e eeuw, het kadaster en adresboeken uit het begin van de 19e eeuw, de 20e-eeuwse bevolkingsregisters en de beroepeninventarisatie van het Rijksarbeidsbureau uit 1946-1948. Deze laatste bron kan worden geraadpleegd bij het Drents Archief.

De Garentwijnder

Afbeelding uit de verzameling van Jan en Caspar Luyken (ca. 1690)

Auteur H.M. Lups behandelt jaarlijks vanaf 1993 in het tijdschrift ‘Ons Erfgoed’ een aantal oude beroepen. Hij geeft een uitgebreidere beschrijving dan Glasbergen, waarbij hij veelvuldig gebruikmaakt van voorbeelden en citaten, ondersteund door bronvermelding. Hij heeft ook een eigen website gewijd aan het onderwerp.

Als je wilt weten hoe de gevonden werkzaamheden eruitzagen, kun je mogelijk terecht in de verzameling prenten van Jan en Caspar Luyken. Hun ‘100 ambachten’ zijn zowel als publicatie beschikbaar als gratis op internet te downloaden. Ook op de pagina ‘Het geheugen’ van de Koninklijke Bibliotheek vind je tal van oude afbeeldingen van beroepen.

Tijdsbeeld

De beroepen van je voorouders zeggen veel over de tijd waarin zij leefden en geven een beeld van het dagelijkse leven van verschillende generaties. Nieuwsgierig geworden? We lichten er een aantal uit:

Blauwverver. Iemand die wollen stoffen blauw (indigo) verft. Kleding opnieuw laten verven was goedkoper dan nieuwe kopen. Het verfproces was ingewikkeld en leidde ertoe dat blauwververs vaak een apart ambacht hadden.

Scharensliep

Een scharensliep die de messen slijpt door op de fiets de slijpsteen aan te drijven. Londen, 1939, Spaarnestad Photo

Garentwijnder. Iemand die twee of meer strengen garen of zijde in elkaar draait, om een sterkere verbinding te krijgen.

Griendwerker. Grienden zijn gronden (bijvoorbeeld uiterwaarden), gebruikt voor het telen van rijshout (wilgenhout). Een griendwerker sneed als beroep in drassige gebieden de wilgentenen van verschillende soorten twijgen af. De takken en twijgen werden gebruikt voor vlechtwerk van onder andere stoelzittingen en manden.

Korendrager. De korendrager had als taak het dragen van zakken koren (en ook wel zout) uit schepen naar pakhuizen.

Turfschipper

Tot in de negentiende eeuw was turfwinning een belangrijke bron van inkomsten. De turfschipper vervoerde deze brandstof voor anderen, of verkocht ze vanuit zijn schuit.

Bloedkopster. Ook bloedlaatster genoemd. Een vrouw die met een zogenoemde laatkop bloed aftapt om de koorts te verlagen of de toekomst te voorspellen.