In memoriam Nico Plomp
14 juli 2017
14 juli 2017
Genealoog (11 oktober 1941 - 4 juli 2017)
Voor velen onverwacht, is vorige week genealoog Nico Plomp overleden. Plomp was van 1980 tot 2006 verbonden aan het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis (toen nog bekend onder de naam Centraal Bureau voor Genealogie). Hij trad in dienst als conservator en werd al snel onderdirecteur en vervolgens plaatsvervangend directeur. Na zijn pensionering in 2006 zette hij zijn onderzoekswerk voort totdat zijn gezondheid het niet meer toeliet.
In de zesentwintig jaar dat Nico Plomp bij het CBG werkte was hij verantwoordelijk voor de publieksgerichte activiteiten: onderzoek, informatieverstrekking, uitgeverij en studiezalen. Bij zijn aantreden bracht hij een schat aan ervaring als genealogisch en historisch onderzoeker mee, die hij daarna verder uitbouwde.
Tijdens zijn jaren bij het CBG groeide de publieke belangstelling voor familiegeschiedenis sterk, gestimuleerd door mediabelangstelling. In 1988 was er de eerste Teleaccursus. Bij de samenstelling van het cursusboek konden we voortbouwen op de PBNA cursus genealogie die Nico in 1980 maakte. De Teleac cursus leidde bij het CBG en collega-instellingen tot volle studiezalen en bij het CBG ook tot een sterke groei van het aantal Vrienden/donateurs.
Als je die zesentwintig jaar CBG overziet en de rol die Nico Plomp daarbij speelde, zijn bijdrage aan het vak, dan is ‘kwaliteit’ de kern; kwaliteit van onderzoek, de kritische omgang met de bronnen en de informatie daarin, uitputtendheid van onderzoek én kwaliteit bij publicatie.
Rond zijn indiensttreding bij het CBG startte de nieuwe serie van de zogenaamde État présent reeks van Nederland’s Adelsboek (‘Het Rode Boekje’). Toen in 1981 Uitgeverij Van Stockum (Den Haag) deze afstootte, werd het werk door Plomp en zijn echtgenote Zwanet Plomp-Kamphuis - die eerst als zelfstandigen aan deze reeks werkten - binnen de muren van het CBG voortgezet. In 1988 startte onder de regie van Nico Plomp de historische reeks van Nederland’s Adelsboek. Deze serie werd in 2014 afgerond en kenmerkte zich door een uiterst precieze weergave van adellijke families. Alle feiten en relaties werden aan de bronnen gecontroleerd op hun juistheid. Bronnenonderzoek leidde tot het inkorten of opvoeren van stamreeksen.
Naast adel waren er andere interessegebieden waarop Nico Plomp zich in zijn CBG-tijd (maar ook daarvoor en daarna) manifesteerde. Zo deed hij onderzoek naar en publiceerde hij over onderzoek naar middeleeuwse families, heraldiek, Nieuw-Nederland (het tegenwoordige New York), de geschiedenis van Woerden en geschiedenis van de gezondheidszorg. Belangstelling voor afstammelingen van Nederlandse emigranten bracht hem in de Verenigde Staten, in Michigan en New York en omgeving en leverde hem contacten op met professionals ter plaatse. Voor zijn onderzoek naar Franciscus Josephus Harbaur reisde hij naar de plekken in Europa waar deze uit de Elzas afkomstige lijfarts van Koning Willem I woonde, studeerde en werkte.
Nico Plomp was erelid van de Académie Internationale de Généalogie. In 2003 organiseerde hij in Den Haag het tweejaarlijkse internationale colloquium van de Académie.
Nico Plomp werd donderdag 29 juni jl. benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De uitreiking werd vervroegd vanwege zijn gezondheidssituatie. Hij werd onderscheiden voor zijn inzet als plaatsvervangend directeur van het CBG en de maatschappelijke activiteiten die hij ontplooide. Zo was hij in 1957 medeoprichter van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging, een vereniging waarin hij zelf ook lange tijd actief was als bestuurder.
Plomp heeft met zijn meer dan honderd genealogische publicaties een belangrijke rol gespeeld bij het bevorderen van de kwaliteit van genealogisch onderzoek. Zijn laatste publicatie was de ‘Parenteel (de) Berger – Plomp’, een bijdrage aan de serie Utrechtse Parentelen voor 1650 (deel 4, 2014).
Bij het CBG denken we met respect terug aan Nico Plomp en wat hij voor onze organisatie en de genealogiebeoefening in het algemeen heeft betekend.