Sybrand van Haersma Buma
Een rasechte Fries met Angolees bloed
Een rasechte Fries met Angolees bloed
In de tweede aflevering van Verborgen verleden van dit seizoen ontdekt Sybrand van Haersma Buma dat zijn voorouders aan beide kanten van de geschiedenis hebben gestaan: in constant gevaar als joden in de Tweede Wereldoorlog, en hardvochtig als slavenhouders in Zuid-Afrika.
Voor CDA-politicus en burgemeester van Leeuwarden Sybrand van Haersma Buma is het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis geen onbekende. Dit jaar is hij zelfs juryvoorzitter van de verkiezing 'Familiehistoricus 2025'. Sybrand Buma heeft zelf al veel onderzoek gedaan naar zijn voorouders, ook in de CBG-collecties, en heeft regelmatig telefonisch contact met de medewerkers van CBG Service. Zijn eerste opmerking tegen de redactie van Verborgen verleden toen ze hem vroegen mee te werken aan een van de volgende edities was dan ook: “Je mag zoeken, maar je gaat niks meer vinden.” Dat bleek alles mee te vallen.
Van Haersma Buma weet veel van de voorouders van vaderskant, dus heeft CBG-onderzoeker Jacqueline Verkleij zich met name gericht op de lijn van zijn moeder, Elly van Werkum, die van Joodse afkomst is. Zij ontdekte een bijzonder dossier over haar moeder, Clarissa Henriëtte Cohen. De uitzending begint dan ook in het depot van het CBG, waar onderzoeker Petra van den Boomgaard van de universiteit van Utrecht vertelt over de Collectie Calmeyer. Calmeyer was een Duitse ambtenaar die belast was met de beoordeling van herzieningsverzoeken van mensen die zich in 1941/42 gedwongen als jood hadden laten registreren. Een aantal kwam daar later op terug om deportatie te voorkomen. De burgemeester van Heinkenszand heeft namens Buma’s grootouders een herzieningsverzoek ingediend om de registratie van Clarissa als voljoods (dus met vier joodse grootouders) en dat van haar kinderen Paul en Elly als halfjoods aan te passen, omdat er sprake zou zijn van een vergissing. Helaas is deze poging mislukt, en ook een latere om als lid van de hervormde kerk aangemerkt te worden; Clarissa kon niet aantonen dat ze gedoopt was. Desalniettemin hebben zij alle drie de oorlog overleefd, waarschijnlijk op grond van Clarissa’s huwelijk met een niet-joodse man.
‘Hier zie je dat het niet alleen een abstracte angst was, maar een voortdurend proberen in veiligheid te komen’
Van Haersma Buma is zienderogen geraakt door deze informatie. “De oorlogstijd is een tijd geweest dat ze waarschijnlijk iedere dag met hun joodszijn bezig geweest zijn”, zegt hij, “en altijd in grote angst hebben geleefd. En dat wist ik, maar hier zie je dat het niet alleen abstracte angst was, maar een voortdurend proberen in veiligheid te komen.” Hij vindt het een mooie invulling, maar voelt wel een zekere aarzeling. Zou zijn moeder, die nooit over de oorlog heeft willen praten, dit leuk gevonden hebben? Dit gevoel speelt bij meer onderzoeken waar je te maken krijgt met zogenoemde ‘delicate bronnen’. Meer daarover lees je in de eerste Gen. van 2025 met themadossier 'Schande!', waarin ook een interview met Sybrand Haersma Buma is opgenomen.
Vermoed je dat jouw joodse voorouders ook een herzieningsverzoek hebben ingediend? Stuur een mailtje naar collectie@cbg.nl en onze collectiebeheerder gaat het voor je na. Als er inderdaad een dossier over hen bestaat, kun je een verzoek tot inzage indienen.
Thuis bij Van Haersma Buma hangen twee portretten van rijke mensen aan de muur. “Dat zijn de Hiddinghs uit Zuid-Afrika”, hebben zijn ouders hem verteld, maar zonder enig verhaal. Om dit te kunnen invullen stapt hij op het vliegtuig naar Kaapstad.
Daar aangekomen bezoekt de burgemeester Kasteel de Goede Hoop, waar zijn voorvader Willem Hiddingh in 1803 is ingezworen als lid van de Raad van Justitie, het gerechtshof van de Kaapkolonie. Hij deelt de ervaring van mening stamboomonderzoeker die de plek bezoekt waar zijn of haar voorouders hebben geleefd: “Ik heb er heel veel over gelezen, en nu sta ik hier. Dat is toch wel apart.” Buma ontmoet Calvyn Gilfellan, de directeur van het museum, die hem onder andere de huwelijksinschrijving laat zien van Willem Hiddingh en Anna Margaretha van der Poel. Beiden kwamen uit de hoogste maatschappelijke klassen, en daarbij erfde Anna Margaretha nog eens een aanzienlijk fortuin van haar zeer vermogende broer, die in 1857 overleed. Gilfellan Buma of, nu hij deze nieuwe informatie heeft, zijn missie is vervuld. “Het is gelukt die voorouders meer onderdeel van de geschiedenis te maken”, antwoordt die. “Nu passen ze in het verhaal, met alle rassenverschillen.” En ja, aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Dat wordt nog eens bevestigd door historicus Nigel Penn van de universiteit van Kaapstad, die Buma in het plaatselijk archief ontmoet. Het blijkt dat met name voormoeder Suzanna Smuts en haar broer Michiel er heel wat tot slaaf gemaakten op nahielden. Penn laat de slavenregisters zien én vertelt het gruwelijke verhaal van een heuse moordzaak.
Buma’s Zuid-Afrikaanse avontuur eindigt in de Bottelary Hills, iets ten noordwesten van Stellenbosch, waar deskundige Marlène Le Roux de lijn van Suzanna Smuts nog verder terug heeft weten te volgen. En zo komt Buma, met wat behulp van DNA-onderzoek, erachter dat hij weliswaar een echte Fries is, maar wel eentje met mogelijk Angolees bloed in zijn aderen – een ‘totaal nieuw verhaal’ voor hem. Zijn voormoeder Catharina was een tot slaaf gemaakte met een Europese vader die de VOC om haar vrijheid vroeg en ook kreeg. Na een moeilijke tijd als ‘halfbloed’ trouwde ze uiteindelijk met een Europeaan. Hun dochter Marritje Beijer is een directe voormoeder van Sybrand van Haersma Buma.
Meer informatie over de VOC vind je bij het Nationaal Archief, waar je mogelijk voorouders tegenkomt in de personeels- en salarisadministratie.
Een startpunt voor onderzoek naar Zuid-Afrikaanse voorouders is de National Archives & Records Service of South Africa, maar de informatie die je te zien krijg is beperkt. Voor diepgaander onderzoek zul je net als Van Haersma Buma naar de voormalige kolonie moeten afreizen, of een plaatselijke genealoog inhuren.