Gover Meit
Dynastie van rabbijnen
Dynastie van rabbijnen
'Als er een vraag is waar ik al mijn hele leven tegen opzie, dan is het de vraag: waar kom je vandaan?' is de eerste zin uit de derde, ontroerende aflevering van Verborgen verleden. Theatermaker en kunstenaar Gover Meit gaat op zoek naar zijn roots, die volgens hem overal en nergens liggen. Uiteindelijk vindt hij een plaats waar hij naar zijn gevoel echt vandaan komt.
Gover Meit – ook bekend onder zijn alter ego’s Stefano Keizers en Donny Ronny – merkte al jong dat hij anders was dan anderen. Hij vroeg zich vaak af hoe hij aan andere kinderen uit kon leggen waar hij vandaan komt. Als het Verborgen verleden-avontuur hem iets op zou moeten leveren, is het dat hij na afloop in één zin kan vertellen waar zijn achtergrond ‘het meest’ ligt.
De uitzending begint in Den Helder, waar Gover vertelt over zijn opa, die er voor de marine heeft gewerkt. Over zijn overgrootvader doet het verhaal de ronde dat hij vanuit Polen op een schip naar Nederland was gevaren. Om aan de dwangarbeid op het schip te ontsnappen, zou hij overboord zijn gesprongen en zo op Texel terecht zijn gekomen, waar Govers moeder is opgegroeid. In de Zeemanskerk in Oudeschild, waar Govers voorouders Ferdinand Friedrich Kaczor en Anke Visman zijn getrouwd, ontmoet Gover historicus Rozemarijn Vlijm van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), die de theatermaker het militaire stamboek van zijn voorouder laat zien. Ferdinand Friedrich heeft jarenlang in de marine gediend, maar of het verhaal van zijn ronseling vanuit zijn geboorteland Polen klopt, is niet te achterhalen.
Heb jij ook matrozen of soldaten in je stamboom? Op de website van het CBG vind je een speciale themapagina gewijd aan militaire voorouders. De militaire stamboeken vind je op de website van het Nationaal Archief.
“Alsof mijn moederskant een verkenningsreis heeft gedaan voor mijn vaders familie”
Uit het stamboek blijkt dat Ferdinand Kaczor ook verschillende reizen naar het Caribsch gebied heeft gemaakt, en daarbij ongetwijfeld Curaçao heeft aangedaan. Govers grootouders van vaderskant zijn daar vlak voor en na de Tweede Wereldoorlog naartoe verhuisd. Gover vindt dit een prachtig gegeven: “Alsof mijn moederskant een verkenningsreis heeft gedaan voor mijn vaders familie”, grijnst hij.
Wat de uitzending overigens niet heeft gehaald, is dat Ferdinand zeilmaker was bij de marine. In die hoedanigheid verdiende je beter dan als matroos. De functie werd wel minder belangrijk, want het aantal stoomschepen nam tegen het einde van de negentiende eeuw toe en zeilschepen verdwenen langzaam uit beeld. Ook na zijn ontslag uit dienst wegens een oogaandoening heeft Ferdinand gewerkt als zeilmaker. Daarnaast was hij logementhouder én gaf hij – tot Govers grote vreugde – danslessen.
Om meer te weten te komen over zijn (joodse) voorouders van vaderskant, heeft Gover een afspraak met historicus Karel Berkhoff van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies NIOD. Govers overgrootouders Samuel Fruchter en Fanny Faerman stonden op het punt naar Curaçao te vertrekken toen de oorlog uitbrak. Zij woonden in Czernowitz (Tsjernivtsi), wat destijds Roemenië was en nu Oekraïne. In juni 1941 zijn ze in een ghetto ondergebracht, en van daaruit op transport gezet naar een werkkamp in Transnistrië. Berkhoff laat Gover een bijzonder document zien dat is geschreven door de leider van het Joods comité en dat betrekking heeft op Samuel Fruchter. Mogelijk heeft hij hierdoor de oorlog overleefd.
Om erachter te komen wat er met de rest van de familie Fruchter is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog reist Gover vervolgens af naar Sighet in Noord-Roemenië, waar hij een ontmoeting heeft met Perninah Zilberman van de plaatselijke joodse historische vereniging, de Tarbut Foundation. In tegenstelling tot Govers overgrootvader is de rest van de familie in dit deel van Roemenië blijven wonen. Zilberman laat Gover twee getuigenissen zien van het Holocaust- herinneringscentrum Yad Vashem, waaruit blijkt dat beide betovergrootouders in Auschwitz zijn vermoord. Een lot dat waarschijnlijk is gedeeld door de rest van de familie, omdat alle joden uit de streek tusen 16 en 22 mei 1944 zijn gedeporteerd.
Nederlandse voorouders die tijdens de Tweede Wereldoorlog in een van de kampen zijn omgekomen, kun je in de meeste gevallen terugvinden op de website Joods Monument.
Ondanks het verdrietige einde van zijn betovergrootouders en de rest van de familie is er ook een lichtpuntje. Zilberman vertelt Gover namelijk dat hij afstamt van een zeer religieuze dynastie van rabbijnen; een lijn die eeuwenlang teruggaat. “Dit is de eerste keer van mijn leven dat ik voel dat er wortels van mijn familie op een vaste plek liggen”, zegt hij aan het slot van de uitzending. “Dat geeft me heel veel innerlijke rust. Ik voel me nu minder een vreemdeling dan dat ik me ooit heb gevoeld.”