Een dochter van het Zwarte Zeegebied
Fidan Ekiz is altijd al nieuwsgierig geweest naar de herkomst van haar familie. In deze aflevering van Verborgen verleden komt ze meer te weten over haar oorsprong dan ze ooit had durven hopen.
‘Turkije kent tweeënzeventig en een halve bevolkingsgroep’, luidt een Turks gezegde. Wat zoveel wil zeggen als: de Turkse bevolking van ruim 83 miljoen zielen is voortgekomen uit talloos veel etnische bronnen, met hun eigen identiteiten, talen, religies, gewoonten en gebruiken. Ook journalist en presentator Fidan Ekiz gaat ervan uit dat er verschillende culturele lijnen door de geschiedenis van haar familie lopen. Haar grootvader van vaderskant had een donker, Arabisch uiterlijk. Hij werd ‘Zwarte Osman’ genoemd. Terwijl zijn vrouw, Fidans grootmoeder, dat lichte Kaukasische of misschien Georgische had. En dan de naam van het dorp waar haar moeders familie vandaan komt, Tsjangeris (tegenwoordig Erenkoy), dat iets betekent als ‘kerkklokken luiden’ – duidt die misschien op een christelijke, Armeense herkomst?
Gastarbeiders
Fidan bracht als kind lange zomers door in Terme, het dorpje aan de Zwarte Zeekust waar haar vader vandaan kwam. Fidans vader Yüksel Ekiz vertrok in 1968 naar Nederland, op zoek naar een beter leven, en kwam via Schiedam in Rozenburg terecht, bij Rotterdam, om te werken bij de scheepswerf van Verolme. Vanaf de jaren zestig waren arbeiders uit verschillende landen rond de Middellandse Zee, vanwege het gebrek aan Nederlandse werkkrachten, meer dan welkom in Nederlandse bedrijven. Andere Tijden maakte in 2010 een uitzending over de komst van Turkse arbeiders destijds.
Ook Fidans grootvader Osman Ekiz was ooit naar Terme getrokken op zoek naar een beter bestaan. Hij kwam vanuit Alucra, waar toen niet voldoende bestaansmogelijkheden waren, naar Terme, Samson, om te werken in de hazelnootindustrie. De familie Ekiz, en ook de familie Ces, van moederskant, was een familie in beweging, passend bij de geschiedenis van Turkije, dat al eeuwenlang een verhaal is van migratie.
Mondelinge geschiedenis
Bij gebrek aan geschreven bronnen gaat Fidan te rade bij oude familieleden om meer te weten te komen over haar ouders, grootouders en overgrootouders. Orale geschiedenis wordt dat genoemd: mondelinge overlevering. Ook Jak den Exter, de auteur van de genealogische onderzoekgids Sen kimsin? (wie ben jij?) voor Turks genealogisch onderzoek, die in 2008 werd uitgegeven door het CBG, benadrukt het belang van mondelinge geschiedenis bij onderzoek in Turkije. “Als er nog oude familieleden of dorpsgenoten in leven zijn, ga met ze praten”, zegt hij. Hij geeft ook een aantal tips voor hoe je dat gesprek het beste kunt voeren, zoals: zorg voor een rustige omgeving, waar iemand zich op zijn gemak voelt. Wacht even met het maken van aantekeningen, foto’s of geluidsopnames, totdat de sfeer ontspannen is en vraag eerst toestemming om het te doen. Begin niet met het afwerken van een vragenlijst, maar laat de persoon eerst zelf zijn of haar verhaal doen, hoe vreemd en onsamenhangend ook. Probeer feiten te achterhalen die het vertelde ondersteunen. Ook een verhaal dat niet waar is, kan van belang zijn, maar heeft een andere status dan een verhaal dat door feiten wordt ondersteund. Breng of houd het gesprek op gang door foto’s, voorwerpen of brieven te laten zien. Stel daarbij geen vragen of alleen open vragen. Als je wilt weten wie iemand op een bepaalde foto is, vraag dan: ‘Wie is dat?’ in plaats van: ‘Is dit oom Yusuf?’. In Azië, ook in Turkije, bestaat de neiging om iemand tevreden te stellen met een antwoord waarvan men denkt dat de ander dat wil horen. Houd daar rekening mee.
Armeense genocide
Fidans familie van moederskant woonde in Tsjangeris, in het gebied waar tot aan 1915 veel Armeniërs leefden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de christelijke Armeniërs massaal verdreven en vermoord. In Turkije is het nog steeds verboden dit een genocide te noemen. Andere Tijden besteedde een indringende aflevering aan deze kwestie.
"Mijn moeder noemt mij een nomade, nu begrijp ik pas dat ik dat ook echt ben"
In Nederland werd rond 1811 de bevolkingsadministratie ingevoerd op basis van familienamen. Iedereen moest een vaste familienaam kiezen, die onveranderd werd doorgegeven aan de volgende generaties. In Turkije gebeurde iets dergelijks pas in 1934, na de vorming van de Turkse Republiek onder leiding van de beroemde eerste president Mustafa Kemal, die de familienaam Atatürk kreeg: ‘vader der Turken’. De vorming van familienamen ging in grote lijnen op dezelfde manier als waarop onze familienamen zijn ontstaan. Mensen hadden bijnamen op basis van hun uiterlijk, of ze namen de patroniem – ‘zoon van’ – aan als hun vaste achternaam. Of de achternaam was gekozen op basis van het beroep of de plaats van herkomst. Fidans overgrootvader van moederskant heette Panaco. Zij was er altijd van uitgegaan dat dat een bijnaam was, maar het blijkt een clannaam te zijn, verwijzend naar de stam, de clan waar hij toe behoorde.
Heimwee
‘Een
dochter van het Zwarte Zeegebied’ wordt Fidan aan het eind van deze aflevering
genoemd. De reis emotioneert haar enorm, omdat ze hiermee zo dicht op de
geschiedenis van haar ouders zit. Van haar moeder, die nog leeft, en van haar
vader die vier jaar gelden is overleden. Maar ook dat de familieleden in Sekü,
het dorp waar de oorsprong van haar moeders familie ligt, zo blij zijn met haar
komst. Dat het ook een soort terugkeer is, al is het niet zij die daar ooit is
weggegaan. Migratie brengt altijd heimwee met zich mee, verlangen naar de
familie die je hebt achtergelaten.
Onder
haar moeders voorouders bevonden zich waarschijnlijk Grieken, en ook nomaden. ‘Mijn
moeder noemt mij een nomade,’ zegt Fidan, ‘omdat ik altijd onderweg ben. Nu
begrijp ik pas dat ik dat ook werkelijk ben.’